Clic Flashcards

0
Q

Pagate tutti a parte (conti separati)?

A

Betaalt iedereen apart?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Caro Oliver,
Io sono al quarto anno (sono in quarta).
Scrivi presto!

A

Beste Oliver,
Ik zit in het vierde jaar.
Schrijf vlug!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cosa e’ zuccherato?

A

Wat is gezouten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cosa per la merenda delle quattro?

A

Voor het vieruurtje?

Een potje yoghurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Io faccio sport
Karate
Musica

Io amo i videogames.

A

Ik doe aan sport
Ik doe aan musiek.
Ik doe aan judo

Ik houd van videogames.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Io suono la chitarra elettrica.

Poi ascolto volentieri la musica.

A

Ik speel rlektrische gitaar.

Verder luister ik graag naar musiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

A che ora inizia?
A che ora finisce?
Nel pomeriggio

A

Hoe laat begint?
Hoe laat eindigt?
In de namiddag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

No, non vado a scuola alle 6.

Ma alle 8.

A

Nee, ik ben niet om 6 uur op school. Maar wel om 8 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Di che modello (tipo) preferisci?

Quelli a zampa di elefante.

A

Van welk model hou je?

Een model met olifantenpijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Con i ricami

O in tinta unita?

A

Met de broderies

of de effen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

II camerino e’ la’ dietro.

Questo modello e’ molto adatto a te.

A

De paskamer is daarachter.

Dit model is heel geschikt voor jou.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ha un taglio (di vestito) perfetto.

A

Het heeft een perfecte snit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ci sono
modelli diversi
di jeans?

A

Zijn er
verschillende modellen
jeans?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Una Tshirt

larga / stretta.

A

Een breed /
Smal - nauw

Tshirt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sono stufo
Di queste adidas.

Apparecchio / staffa

A

Deze adidas ben ik beu.
Iets beu zijn

Beugel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lo indosso continuamente.

E’ stato un buon acquisto!

A

Ik draag het continu.

Een goede Aankoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Il mio budget per un mese
Ammonta
Da 20 a 30 euro.

A

Mijn budget voor een mand
Bedraagt
van …tot…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Non c’ e’ problema.

E 20 € di resto.

A

Dat is niet erg.

En 29 euro
Terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cosa regaliamo a Cindy?

Un regalo

A

Wat schenken we Cindy?

Een geschenk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

D accordo, allora

A

Afgesproken,dan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Lei vuole organizzare

Una serata DVD.

A

Ze wil
Een dvd avondje
organiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Un nuovo telefonino con tutte le opzioni?

A
Een nieuwe gsm met alle opties?
Een mp3 (speler)?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Lei scarica volentieri
Musica
Da internet.

A

Ze downloadt graag
muziek
van het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Possiamo regalare X.

Potremmo regalare X.

A

We kunnen X schenken.

We zouden X kunnen schenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Quindi Laurel e’ piu’ magro.

Non e’ piu’ grasso di Hardy

A

Dus Laurel is magerder.

Hij is niet dikker dan Hardy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Il primo X / Y

A

Het eerste X

De eerste Y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Una memoria di 1 giga.

A

Een geheugen van 1 gb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Questo costa meno.

Solo 40 €.

A

Het is goedkoper.

Maar € 89.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

L apparato

E’ il piu’ fantastico.

A

Het toestel

Het is het meest fantastische.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Posso avere

Un pacchetto regalo?

A

Mag ik een
Geschenk.verpakking
Hebben?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q
Il piu' (assoluto)
Fresco
Comico
Giusto
Timido
A

Het meest vers S
Het meest komisch ISCH
Het meest juist ST
Het meest timide DE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Superlativo assoluto

Aggettivo come epiteto

A

Paula is de mooiste leerlinge in de klas.

Het meest timide meisje in de klas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

La domanda

Piu’ posta.

A

De
Meest
Gestelde (participio)
Vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Non posso andare in citta’.

I miei genitori non sono d accordo

A

Ik kan niet naar de stad gaan.

Mijn ouders
Gaan niet
akkoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Essere d accordo.

D accordo!

A

Akkoord gaan
Met iets.

Akkoord!
Afgesproken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Essere impegnato

Avere da fare

A

Mijn moeder
Is even bezig
Als mijn vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Un collegamento a internet.

A

Een aansluiting op het internet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Il vantaggio.

Lo svantaggio.

A

Het belangrijkste voordeel

Het grootste nadeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Congratulazioni!
Sei il proprietario
Di un telefonino tosto!

A

Proficiat!
U bent de eigenaar
Van een toffe gsm!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Collega
ogni annuncio
Con Le foto sottostanti

A

Verbind
iedere Aankondiging
Met een van de onderstaande foto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Ritardo!
Si prega
Di scusarci

A

Vertraging!
Gelieve
ons te verontschuldigen!

41
Q

A

A

Ik ben op de pech.strook op E 45, km 60 richting oostende.

Ik heb geen reserve.wiel.

42
Q

Con un ritardo

Presunto

A

Met een
Vermoedelijke
Vertraging.

43
Q

I passeggeri
Si possono
Imbarcare

A

De passagiers
Mogen nu
Inschepen.

44
Q
I guidatori
Devono
Fermare 
I motori
E lasciare le auto
A
De bestuurders
Moeten
Hun motor
Stilzetten 
en hun voertuig verlaten
45
Q

Con cosa
Posso aiutarla?
C’e’ un problema?

A

Waarmee kan ik helpen?

Is er een probleem?

46
Q

Le sue luci

Sono guaste.

A

Uw lichten

Zijn defect

47
Q

G

A

Mag ik U vragen
In het pijpje
Te blazen, meneer?

48
Q

Dove va?

Putterweg n 22, putten

A

Waar gaat U naartoe?

22, puttenweg in putten

49
Q

Vedrai la chiesa sulla sinistra.

A

De kerk zie je links.

50
Q

Arrivi in puttenweg.

Vai avanti fino al n 22.
Sei nella mia strada!

A

Je kom in de puttenweg aan.

Loop rechtdoor tot aan nummer 72.
Je bent in mijn straat!

51
Q

Un po’

all’ antica.

A

Een beetje

ouderwets!

52
Q

Il telefono suona!

A

De gsm rinkelt!

De bel
De wekker

53
Q

Stai camminando

Nella direzione sbagliata.

A

Je loopt

in de verkeerde richting!

54
Q

Ma, alla fin fine,

Dove sei?

A

Maar enfin, waar ben je?

55
Q

Telefonare a qq

Aspettare qq

A

Iemand opbellen

Wachten op

56
Q

T

A

Het is geen 4 uur!

Ik ben geen 80 jaar oud!

57
Q

F

A

De kusttram rijdt

Vanaf 6 ‘s morgens to 10 ‘s nachts

58
Q

G

A

Tussen 8 en 10 rijden 4 trams per uur in beide richtingen.

59
Q

B

A

Het was een
Zeer
Aangename avond!

60
Q

B

A

We waren op ons gemak

onder ons

61
Q

N

A

Iedereen
Geeft zijn commentaar
Over het feest.

62
Q

J

A

Nog duizendmaal bedankt!

63
Q

B

A

Ik ga
Honderd procent
Akkord
Met jouw voorstel

64
Q

B

A

Onze ouderen
Overtuigen
Is een andere zaak!

65
Q

H

A

Beter kon moeilijk!

66
Q

Perche’ non…

A

Maak een suggestie!
Waarom zou je niet naar bed gaan?
Waarom zouden we niet …vertrekken ?

67
Q

G

A

Hoe was de film op de televisie?

68
Q

Wa

A

Waren jullie tevreden

Over het feest?

69
Q

W

A

Wat
Zou je graag
Met 100€ / op vacantie
Doen?

70
Q

C

A

Samen naar Spanje
Is een boeiend project!

Het project

71
Q

V

A

Mag je niet
Van je moeder?

Gaan de andere ouders akkoord?

72
Q

Wat dell

A

Wat denk je

Daarvan?

73
Q

B

A

Ik ben van plan
Naar de staad
Te gaan

74
Q

H

A

Prima!
Tof!
Leuk!
Dat vind ik prima!

75
Q

No

A

Ik heb het liever niet!

Dat heb ik liever niet!

76
Q

N

A

Ga je akkoord?
Akkoord!
Hoezo?
- wel, …

77
Q

Ka

A

Kan dat?

Jammer genoeg kan dat niet!

78
Q

A

A

Ik kan niet
Alles eten:
Het is te veel!

79
Q

G

A

Rondjes lopen in het park

80
Q

G

A

Ik doe mee

Aan tornooien buiten de school

81
Q

I

A

Ik vind
Meedoen
Belangerijker
Dan winnen

82
Q

J

A

Ik sport liever met vrienden dan

Voor tv te zitten.

83
Q

C

A

Een mooi evenwicht

Te bewaren

84
Q

G

A

U hebt het door!

Doorhebben

85
Q

H

A

Sport-
Ontspanning-
Mogelijkheden

86
Q

Di niente, al suo servizio.

A

Zondet dank
En
Tot uw dienst.

87
Q

Waarom ga je daar?

A

Om een reis te reserveren

88
Q

Di cosa hai bisogno per fare una zuppa?

A

Wat heb je nodig

Om een soep te maken?

89
Q

Prenditi con calma il tuo tempo

A

Neem rustig

Uw tijd.

90
Q

La destinazione di viaggio e
La data di paryenza
Ti sono indibberenti.

A

De reisbestemming en
De vertrekdatum
Blijven jou
Om het even.

91
Q

Un bel viaggio

Per il miglior prezzo

A

Een mooie vliegtuig.reis
Tegen
Het beste prijs.

92
Q

Prendere parte

A belle attivita’ vacanziere.

A

Deelnemen
Aan leuke
Vakantie.aktiviteiten

93
Q

Fare autostop

A

Autostop doen

94
Q

Vivere una vacanza da sogno

A

Een droomvakantie

Beleven

95
Q

Rivedere volentieri

A

Graag terugzien

96
Q

B

A

Een anderhalf kilo appels.

Een liter of zes.

97
Q

Ben presto sara’ il Mio compleanno.

A

Weldra is het mijn verjaardag.

98
Q

Vado pazzo per viaggiare

A

Ik ben
Dol / gek
Op reisen

99
Q

Un sito che e’ dedicato agli hobbies

A

Een site die
Aan de hobby’s
Besteed is.

100
Q

Non fare lo scemo / il matto.

A

Doe niet zo zot.

Zotheid