campagna e raccolto Flashcards
l’agriturismo
het toerisme op de boerderij
il cavallo
het paard
il maiale
her varken
il maialino
het biggetje
la pecora
het schaap
il gregge
de kudde
il coniglio
het konijn
l agnello
het lam de lameren
il vitello
het kalf de kalveren
Il bestiame
het vee
la paglia
het hooi
la rimessa
de schuur
il pagliaio
de hooimijt
la capra
de geit
il caprone
de bok
l’ asino
de ezel
il pony
de pony
il mulo
het muildier
il cammello
de kameel
il pollo
de kip
il pulcino
het kuiken
il gallo
de haan
la mucca
Viene munta
de koe
Worden Gemolken
il toro
de stier
il vitello
het kalf
il tacchino
de kalkoen
il pavone
de pauw
il silos
de silo
la stallaLa scuderia
La mangiatoia
de stal
De voederbak
la rimessa
de schuur
il forcone
de hooivork
il trattore
de tractor
l’aratro
de ploeg
il carro del latte
de melkwagen
il rimorchio
de kar
deporre
leggen R
mungere
melken
domare
afrijden
raggruppare
samen drijven
mangiare l’erba
grazen R
belare
blaten R
muggire
loeien R
il formaggio
de kaas de kazen
stagionato
belegen
allevare
fokken
Il raccolto
het gewas
la contadina
de boer
il bamboo
de bamboo
il covone
de hooiberg
il grano
de graankorrel
la fattoria bio
de bioboerdeij
l’irrigazione
de irrigatie
il fertilizzante
de mest.stof
la gomma
het rubber
il cavolo
de kool
la segale
het rogge
la canna da zucchero
het suiker.riet
il cerchio nel grano
de graancirkel
la fertilit
de vruchtbaarheid
il prodotto
de produkt
il produttore
de producent
la produzione
de produktie
annuale
jaarlijks
coltivare
telen R
raccogliere
oogsten R
piantare
planten R
seminare
zaaien R
la piantagione
de plantage
rurale
landelijk
urbano
stedelijk
il polder
de polder
coltivare raccolti
verbouwen R
Il filo spinato
Il recinto
Lo steccato
Het prikkeldraad De omheining De schutting De schutting.woord la parolaccia De ki
Il campo di stoppie
Het stoppel.veld
La campagna
Het platteland
Op het platteland gaan wonen
Recinzione elettrica
Schrik.draad
Tagliare gli alberi
Abbattere con un’ ascia
Afkappen
Afhakken
Annaffiamento con cannoni ad acqua
Beregening met waterkanon
Il letame
De mest
La paglia
De stro
Concimare
Mesten
La stalla
La mangiatoia
De stal
De voeder.rek (appesa) of de ruif
De voeder.bak
La voliera
De voliere
La serra
De kas
La collinetta artificiale
De terp
De terpentijn acquaragia
Argilla
Leem
Nuova raccolta
Nieuwe oogst
La cascina
De Hoeve
La campagna
Una casa in campagna
Het platteland
Een huis op het platteland
Vangare / zappare
Omspitten
La serra
Riscaldare
Effetto serra
De (broei.)kas
Broeien
Broeierig
Broei.kas.effect
L orto
De groenten.tuin =
De moes.tuin
Inondare
Overlopen de straat
Un chicco
De korrel
