Catene Di Parole - schakelen Flashcards
Tacco, tacca, colpo di accetta.
Cancello
Avere avversione per
Strega
De hak (met platte hakken)
Het hek
Een hekel hebben aan (iem of iets)
De heks
Movimento
Consederazione
Considerare, riflettere
Passaggio a livello
Bewegingen
Overweging
Overwegen
Overweg (onbewaakte)
Vegliare, vigilare
Non custodito
Svegliare
Sveglia
Waken
Onbewaakt
Weken
Wekker
Osare
Provare disgusto
Wagen
Walgen
Desiderare
Abituarsi
Wensen
Wennen, geweend aan
Sforzarsi , mettercela tutta
Rilassarsi (rilassato)
Tendere
Troppo teso, stressato, esaurito
Zich Inspannen ( de inspanning)
Zich Ontspannen
Spannen
Overspannen (agg)
Politica Professare, praticare (rel) Offendere Opportunita' Tassa Imbottire, indire, rivestire, investire
De beleid Belijden Beledigen Het Gelegenheid De belasting Beleggen
Pennello Questione Prugna Vulnerabile Ferire (offendere) Lesione
De kwast De kwestie Kwets Kwetsbaar Kwetsen Kwetsuur
Un ovetto
Fare un giretto (gita)
Per conto proprio
Het eitje
Een uitje hebben
In m’n eentje
L aspetto
La vista da una casa
In tutti i sensi , per certi versi
La sorveglianza
Het gezicht
Het uitzicht
Het opzicht, in alle opzichten, in bepaalde opzichten
Het toezicht
Schuin
Schuin dak tetti spioventi
Schuine lijn
Schuinschrift corsivo
Schuin tegenover di fronte in obliquo
Komen
Afkomen van / op Omkomen Ontkomen aan : scampare a Tegenkomen Uitkomen op : sbucare su
Obliterare
Pestare i piedi
Prendere a pugni
Afstampelen
Stampen
Stompen
Klappen
Klapperen
Klapper.tanden
Klapper Klappertje Klap.roos Klap.stuk Klap.stoel Klap.zoen Klap.loper Klap.band
Versamento
Crollo
Disturbo
De storting
De instorting
De Stoornis
Nasello
Strega
Cancello
Siepe
Heek: stokvis
Heks
Hek
Heg
Difficile , fastidioso
Infastidire , scocciare
Scocciatore
Animale da soma
Astuto
Lastig
Lastig.vallen
Lastpak
Lastdier
Listig
Atterrare
Finire, cacciarsi
Carico
Una atmosfera pesante
Landen
Belanden
Beladen
Een beladen sfeer, een schip beladen koffie
Perdonare
Dimenticare
Spargere sangue
Vergeven
Vergeten
Bloed vergieten
Riccio
Angelo
Canna da pesca
Grandine
Egel
Engel
Hengel
Hagel
Crudo
Grezzo
Il lutto
Avere rimorso
La rugiada
La spinta
Rauw: ongekookt
Ruw: onbewerkt
De rouw
Berouw hebben
De dauw
De duw
Nn vedere l ora
Rinunciare a
Uitzien naar
Afzien van
Mentire
Dire bugie
Ingannare T
Liegen
Jokken
Misleiden
Prendere
Vangen Vangrail Vervangen Vervanger Vervanging
L attentato Il punto di impatto Licenziamento su Due piedi Mettere sotto sequestro Ditta di immagazzinamento Il supplemento di affitto
De aanslag De plaats van inslag Ontslag op staande voet In beslag nemen Opslag.bedrijf Huur.toeslag
Vagare
Perdersi
Allonanarsi : deviare
Dwalen
Verdwalen
Afdwalen
Merenda, spontino Distribuzione Intervento (mediazione) Scalo Intermediario Intervallo regolare di tempo Intervallo di spazio o tempo, distanza Punteggio parziale Ora libera, ora buca Tramezzo, divisorio Via di mezzo
Tussendoortje Tussenhandel Tussenkomst Tussenlanding Tussenpersoon Tussenpoos Tussenruimte Tussenstand Tussenuur Tussenwang Tussenweg
Il volto
La vista
La visione , l idea
Het gezicht
Het uitzicht
Het inzicht
Il fosso
Il polpaccio
Il ciuffo
De kuil
De kuit
De kuif
Schakel
Schakel anello
Schakelaar
Schaken- schaker
Schakelen
Polpaccio
Kuit (kuitspier, been)
Kluit (un mucchio)
Sorpresa
Confusione
Verrassing
Verwarring
Coltivare o allevare
Torturare o tormentare
Ferire o offendere
Kweken
Kwellen
Kwetsen
Perdere la vita
Frequentare
Omkomen
Omgaan met
Immaginarsi
Atteggiarsi
Zich voorstellen
Zich voordoen als
Essere importante
Partecipare a
Uitmaken
Meemaken
Inquinamento
Scusa
Indignazione
Veront.reiniging
Veront.schuldiging
Veront.waardiging
Aggressore
Colpo di fortuna
Aanvaller
Meevaller
Nostalgia
Di nascosto
Heimwee
Heimelijk
Fare attenzione / guardarsene bene
Guardare su
Non vedere l’ ora di
Uitkijken
Uitkijken OP
Uikijken NAAR
Ik kijk wel uit!
Goed uitkijken
Escludere
Con l esclusione di
La risposta definitiva
Uitsluiten
Met uitsluiting van
De uitsluitsel
Sloveno
Sgobbare
Sloveen
Sloven
Scusarsi per
Rendere omaggio , tributo
Veront.schuldigen
Huldigen
Huldiging
Minacciare
Imbrogliare
Bedreigen
De voortdurende aanslagen
Bedreigen de stabiliteit
Bedriegen
De bedrieger
Adorare
Offrire
Allacciarsi (i pattini)
Aanbidden - aanbidder
Aanbieden - de aanbieding
Aanbinden - de schaatsen
Colpito da un pesante terremoto
Ritrovati morti
Getroffen zijn door zware
Aard.beving.
Dood aangetroffen zijn.
Arrivare Morire Scendere da/ avvicinarsi / allont Tirare avanti con Sbarcare il lunario
Aankomen Omkomen Afkomen van/op Rondkomen van Kunnen rondkomen
Vedere
Kijken
Uitkijken OP
Uitkijken NAAR
Stufo Apparecchio/ staffa Faggio/ navata Boia Borsa/ borsista
Beu Beugel Beuk Beul Beurs.student
Annusare
Frugare
Fare le coccole
Snuffelen aan Snuffelen Knuffelen Dikke knuffelen xxx Knutselen
Consigliare
Violentare
Aanraden
Aanranden
Giornaliero /
Del genere /
Solido, indostruttibile - serio, affidabile
Dagelijks /
Dergelijk /
Degelijk
Immediatam/e
Dattero
Autore
Dadelijk
Dadel
Dader
Nodo, bottone vestito
Pulsante , pomello, germoglio
Gomitolo, chignon
Mazza
Knoop
Knop
Knot
Knots
Schierarsi
Radersi
Zich scharen
Zich scheren
Muoversi
Essere in movimento
Essere preda di
Bewegen
Zich bewegen
Bevangen worden door (een gevoel van)
Essere informato
Hij had zich Op de hoogte gesteld Van Nse zaken Ontsteld Ongesteld Ingesteld op Teleurgesteld
Barboncino
Nudo come un verme
Premio di consolazione
Poedel
Poedel.naakt
Poedel.prijs
Tornare (verso casa)
Ritornare indietro
Convertirsi al islam
Cambiare direzione , virare / girarsi
(Huiswaarts) keren
Omkeren
Zich bekeren tot islam
Keren / zich keren
Inciuccarsi , ubriacarsi Occupare Occupazione , cast Invasore (n / agg) Possedere Posseduto / indemoniato Spostare
Zich bezatten Bezetten Bezetting Bezetter / binnen.dringend Bezitten (geen cent bezitten) Bezeten Verzetten
Conservare , tenere, mantenere
Asserire
Bewaren
Beweren
Colpo Attentato / incrostazione Svincolo , uscita Ribaltamento Licenziamento Supplemento Resoconto Inpatto Umidita' , muffa , risultato di un esame Aumento
Slag Aanslag Afslag naar Omslag Ontslag Toeslag Verslag Inslag Uitslag Opslag
Parente
Presuntuoso
Verwant
Verwaand
Utile
Affettato (agg di persona)
Nuttig
Nuffig
Scioperare
Essere piantato, pungere
Passeggero clandestino
Attraversare
Fare un cambio alla pari
Staken
Steken
Verstekeling
Oversteken
Gelijk oversteken
Grosso, grossolano, volgare
Scanalatura, solco
Grov
De Groef
Sollevare o rischiararsi
Truffatore
Truffa o imbroglio
Oplichten
Oplichter
Oplicherij
Andare
Entrare
Prendere in comsiderazione
Approfondire ulterior/e qualcosa
Gaan
Ingaan
Ingaan op
Nader ingaan op
Vomitare
Rompere
Cadere a pezzi
Frammento
Braken
Breken
Brokkelen
Brokstuk
Schieramento
Istituzione
Consegna / ordine
Opstelling
Instelling
Bestelling
L illusione
L importo
Minacciare
Het bedrog
Het bedrag
Bedreigen
Scadere
Falsificare
Sostituire qualcuno
Vervallen
Vervalsen
Vervangen
Corvo
Cantare / Emettere gridolini di gioia (bambini)
Sgraffignare
Sgraffignatore / arraffatore
Kraai
Kraaien
Graaien
Graaier
Allegato
Importo
Contributo
De Bijlage
Het bedrag
De Bijdrage
Rabbuiarsi in volto
Montare di guardia
Zijn gezicht betrekken
De wacht betrekken
Sparare / schizzare
Cacare
Schieten
Schijten
Pungere / spuntare da
Scioperare
Steken
Staken
Mettere
Iniziare
Mettersi (a tavola)
Non pensare piu’ a qq
Zetten
Inzetten
Zich zetten (aan tafel)
Zich over iets heen zetten
Vendetta
Relitto
Rancore
De Wraak. De profeet wreken
De Wrak
De Wrok : Wrok hebben (koesteren) tegen iemand
Il recinto
Il linguaggio sboccato
Balbettare
Il tiratore
De schutting
De schutting.taal
Schutteren
De schutter
Quanti
Collina
Piccone
Hoeveel
Houweel
Heuvel
Bernoccolo
Bottino
Tubo
De Buil
De Buit
De Buis
Avvolgere in
Avvolto nel mistero
Velare , coprire
Hullen
In lompen gehuld
Verhullen
Fastidio
Stracarico
Defunto
Lasciare … al caso, a desiderare
Sovrapporre, accavallare
Consultarsi (con qq)
Inondare, straripare
Overlast
Overladen
Overleden
Overlaten (aan)
Overlappen
Overleggen met iemand
Overlopen
Avvolto in stracci
Avvolgersi
Rivelare, svelare
In lompen gehuld
Zich hullen
Onthullen
Aspetto
Cartolina
Aanzicht
Ansicht.kaart
Dare su
Sbucare su
Uikijken op
Uitkomen op
Ciuccio
Prendere in giro pesantemente/ fregare
Fops.peen
Foppen
Rimandare
Rammendare/ rattoppare
Uitstellen
Verstellen
Dare forma
Prendere con un oggetto cavo
acqua da un pozzo, sabbia
Schepen , schiep, geschepen
Schepen
Favorevole, vantaggioso, conveniente (prezzo, condizioni)
Ingordo, vorace
Gunstig
Gulzig
Investimento
Equipaggio
Bemanning
Belegging
Offendere
Difendere
Beledigen
Verdedigen
Girare l angolo
Frequentare qq
Frequentarsi
De hoek Omgaan
Met elkaar omgaan
