Het Uiterlijk Flashcards
Grande/ piccolo
Bello/ brutto
Groot/klein
Leuk/lelijk
L aspetto
Het uiterlijk
Bello (persona)
Knap
Simpatico
Aardig
Snello o sottile (cose)/ snello (persona) e bello/ in forma
Dun/ slank/ fit
Devi stare attento al tuo aspetto
Je moet OP je figuur Letten
Sciacquare
Spoelen
Met een conditionair
I nodi nei capelli
I ricci
Tagliare
De klitten
De krullen
Knippen
I capelli
Het haar
Kroeshaar
Kort haar
Un tipo
Trasandato, curato, strano
Een vent
Slordig, verzorgd, raar
Il segno particolare
Il colore della pelle
De kenmerk
De huidskleur
I tratti somatici
Le rughe
De gelaats.trekken
De rimpels
La cicatrice
Het litteken
La parrucca
L acconciatura
De pruik
De kapsel
Avere un aspetto (sembrare) Sembrare Assomigliare Notarsi Avere uno sguardo
Uitzien Lijken Lijken op Opvallen Kijken
Calvo
Kaal
Descrivere
Beschrijven
Mettersi (profumo, mascara)
Truccarsi
Il profumo
Opdoen
Opmaken
De parfum
Il complimenti
In forma
Snello e bello
Het compliment
Fit
Slank
Fico e disinvolto
Stoer en vlot
Un abito speciale per le sere d estate
Een speciale jurk voor zomeravonden
Attraente
Aantrekkelijk
Avere un aspetto
Tim sembra (come) appena uscito dal letto. Tim sembra un cantante pop.
Eruitzien (alsof/als)
Tim ziet eruit aslof hij net uit bed komt.
Tim ziet eruit asl een popzanger.
Assomigliare a
Lijken op
Pallido.
Sembri molto pallido. Ti senti bene?
Bleek.
Je ziet zo bleej. Voel je je niet lekker?
Mio fratello e’ 30 cm piu’ alto di me.
Mijn broer is wel 30 cm groter dan ik.
Alto
Lang
Quanto sei alto?
L’ altezza
Hoe groot / lang ben je?
De lengte
La postura
De houding
Peso 72 kili
Dimagrire
Ik weeg 72 kilo
Afvallen
Het dieet
Grossa pancia
Dita sottili
Een Dikke buik
Dunne vingers
Tagliare (i capelli)
Knippen
La barba
I baffi
De baard
De snor
Essere in disordine (spettinato) a causa di…
In de war zitten door…
Door de wind zitten mijn haar in de war.
Lo stile
Di buon gusto
De stijl
Stijlvol : smaakvol : erg fraai
Vestirsi secondo l’ ultima moda
Zich kleden volgens de laatste mode.
Essere di moda
In de mode zijn
Korte rokjes zijn in de mode
A posto , ordinati (vestiti)
Net : keurig
Slordig
Flora si mostra sempre in modo disordinato
Flora ziet er altijd netjes uit.
Il trucco
Il rossetto
Lo smalto per unghie
Truccarsi
De make up
De lippenstift
De nagel.lak
Zich opmaken
Truccarsi
Sbavare
Opmaken
Uitlopen