Politiek Flashcards
Nazionale
Nationaal
Il partito
La frazione
Il partito di sinistra
De partij
De fractie
De linkse partij
Maggior eta’
De meerderheid
Votare
Stemmen
Le elezioni
De verkiezingen
Houden
(Usato al plurale)
Il voto
De stem
Il candidato
De kandidaat
Scegliere
Verkrijgen
La forza
De macht
La cpagna elettorale
De verkiezing campagne
Il survey
De opinie. Peiling
Il politico
De politicus
La tendenza
De tendens
L accordo
Het akkord
La proposta
H
Het voorstel
Voorstellen
L intervento
De interventie
Il governo
De regering
Regeren
Cittadino
Burgerlijk
Parlamentare
Il membro del parlamento
Parlamentair
Het parlements.lid
L oposizione
De opositie
Designare
Benoemen
I fondamentalisti
De fondamentalisten
Federale
Federaal
Dittatura
Dictatuur
Democrazia
Monarchia
De democtratie
De costittutionele monarchie
De republiek
Il regime
Het regime
Il patriota
De patrioot
Il regionalismo
Het regionalisme
La commissione
De commissie