Government ( duolingo ) Flashcards

1
Q

De regering.
De president.
Hoeveel ministers zitten er in dit kabinet ?
Hij zal niet regeren als hij de wetten breekt.
Dit is voor de veiligheid.
Wie zit er in de regering van de nieuwe premier ?
Dat is tegen de wet.
Komt de minister van veiligheid ook ?
Heeft Nederland een premier of een president ?
Regeert deze president alleen over Nederland, of samen met een kabinet ?
De soldaten volgen alle wetten.
De premier houdt van de minister van cultuur.
Heeft deze regering veel goede dingen gedaan ?
Wat gebeurt er als de regering niet regeert ?
Waarom is de president altijd ziek wanneer het kabinet vragen heeft ?

A

The government.
The president.
How many ministers are there in this cabinet ?
He will not rule if he breaks the laws.
This is for safety.
Who is in the government of the new prime minister ?
That is against the law.
Is the minister of security also coming ?
Does the Netherlands have a prime minister or a president ?
Does this president rule over the Netherlands on his own , or together with a cabinet ?
The soldiers follow all laws.
The prime minister loves the minister of culture.
Has this government done many good things ?
What happens if the government does not govern ?
Why is the president always sick when the cabinet has question ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het leger.
De belasting.
De oorloog.
De samenleving.
Heb jij advies voor ons?
De ministers gebruiken verschillende strategieën.
Hoe staat het met de nationale criminaliteit ?
Wij hebben vandaag geen oorlog gevoerd.
Waarom betalen wij belasting ?
Het leger heeft uw advies helemaal niet nodig.
Is dit een nationaal of internationaal leger ?
Moet het hele land belastingen betalen ?
Wat is onze strategie voor deze oorlog ?
Met welke strategie voer jij oorlog ?
Waarom voeren ze altijd oorlog met deze legers ?
Wat is een samenleving zonder regering ?
De minister van nationale veiligheid vraagt de president om niet meer te regeren.

A

The army.
The tax.
The war.
The society.
Do you have advice for us ?
The ministers use different strategies.
How is the national crime ?
We have not waged war today.
Why do we pay tax ?
The army does not need your advice at all.
Is this a national or international army ?
Does the entire country have to pay taxes ?
What is our strategy for this war ?
With which strategy do you wage war ?
Why do they always wage war with these armies ?
What is a society without government ?
The minister of national security asks the president not to rule anymore.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De verkiezing.
De campagne.
Het is een debat: ze vechten niet.
De man stemt op de partij met de groene ideeën.
Ik zal niemand de schuld geven en niets eisen.
Wie krijgt er jouw stem ?
Waarom voeren ze campagne ?
In het debat werd er veel uitleg geëist.
Ik heb niet voor deze partij gestemd.
De partijen voeren campagne.
Met het debat vechten de partijen om stemmen.
Tijdens de verkiezingen proberen de verschillende partijen stemmen te verzamelen.
Ik ga niet stemmen tijdens de verkiezingen.
De teleurgestelde partij eiste een nieuwe verkiezing.
Het is niet jouw schuld.
Waarom vechten jullie over wiens schuld het is ?

A

The election.
The campaign.
It is a debate: They do not fight.
The man votes for the party with the green ideas.
I will blame no one and demand nothing.
Who is getting your vote ?
Why do they campaign ?
A lot of explanation was demanded during the debate.
I have not voted for this party.
The parties campaign.
With the debate, the parties fight for votes.
During the elections, the different parties try gather votes.
I am not going to vote during the elections.
The disappointed party demanded a new election.
It is not your fault.
Why do you fight about who is to blame ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
Ik accepteer uw standpunt niet.
Ik ben overtuigd van uw gelijk.
Waarom zouden mijn argumenten onredelijk zijn ?
Zulke ideeën accepteren wij niet.
Jouw argumenten overtuigen mij niet.
De argumenten worden niet geaccepteerd.
De ministers gedragen zich onredelijk .
Bent u al overtuigd van mijn standpunt ?
Oké, je hebt me overtuigd.
De argumenten steunen het standpunt niet.
Ik heb gelijk.
Jij hebt geen gelijk.
A
I do not accept your standpoint.
I am convinced that you are right.
Why would my arguments be unreasonable ?
We do not accept such ideas.
Your arguments do not convince me.
The arguments are not being accepted.
The ministers behave unreasonably.
Are you already convinced of my standpoint ?
Okay, you have convinced me.
The arguments do not support the standpoint.
I am right.
You are not right.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
De politiek.
Ik ben lid van de Eerste Kamer.
De lijst.
Wie is de voorzitter van de Tweede Kamer ?
Ik ben jullie leider.
Deze kandidaat wil ook minister worden.
Wie heeft de lijst gestolen ?
Worden de kandidaten vandaag gekozen ?
De voorzitter vindt zijn argumenten onredelijk .
Wat is de Eerste Kamer ?
Ben jij een lid van de Tweede Kamer ?
Zij is geen lid van de jeugd partij.
Hij is de leider van de grootste partij.
A
The politics.
I am a member of the First Chamber.
The list.
Who is the chairman of the Second Chamber ?
I am your leader.
This candidate also wants to become a minister.
Who has stolen the list ?
Are the candidates being chosen today ?
The chairman regards his arguments as unreasonable.
What is the First Chamber ?
Are you a member of the Second Chamber ?
She is not a member of the youth party.
He is the leader of the biggest party.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
De prins.
De kroon.
De koningin gaf haar taken aan haar zoon.
Wanneer is de kroning ?
Wie mag de koning kronen ?
Het koninkrijk is niet groot.
Wanneer was de abdicate ?
Zijn de prinsessen met elkaar getrouwd ?
Wanneer werd hij gekroond ?
Krijgt de koning vandaag zijn kroon ?
Máxima is de koningin van Nederland.
Heeft Nederland prinsessen en prinsen ?
De prins zou alleen vandaag een kroon krijgen.
Waarom moet de prinses of prins gekroond worden?
Iedereen kwam naar de kroning.
Wat gebeurt er met een abdicate ?
A
The prince.
The crown.
The queen handed her duties to her son.
When is the coronation ?
Who may the king crown ?
The kingdom is not big.
When was the abdication ?
Are the princesses married to each other ?
When was he crowned ?
Does the king receive his crown today ?
Máxima is the queen of the Netherlands.
Does the Netherlands have princesses and princes ?
The prince would only get a crown today.
Why should the princess or prince be crowned ?
Everyone came to the coronation.
What happens with an abdication ?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De kiezer geeft een uitleg van zijn politieke ideeën.
Heeft het parlement de steun van de bevolking ?
Ons land is geen republiek.
Mijn stem is symbolisch.
Nederland is een constitutionele monarchie.
Welke landen zijn ook constitutionele monarchieën ?
Heeft hij de steun van de kiezers ?
Zullen jullie stemmen voor mijn politieke partij ?
Wie zitten er in het parlement ?
Zijn de wetten maar symbolisch ?
Sommige kiezers willen geen constitutionele monarchie .
De kiezers kozen een nieuwe president voor de republiek.
De taken van onze koning zijn meestal symbolisch.
Jij hebt geen humor.
Hoe ziet het Nederlandse parlement eruit ?

A

The voter gives an explanation of his political ideas.
Does the parliament have the support of the population ?
Our country is not a republic.
My vote is symbolic.
The Netherlands is a constitutional monarchy.
Which countries are also constitutional monarchies ?
Does he have the support of the voters ?
Will you vote for my political party ?
Who is in the parliament ?
Are the laws just symbolic ?
Some voters do not want a constitutional monarchy.
The voters chosen a new president for the republic.
The tasks of our king are usually symbolish.
You have no humor.
What does the Dutch parliament look like ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
Tijdens de staking staken wij.
Het wapen.
Deze spanning heeft te lang geduurd.
Ze zouden deze politieke conflicten moeten verbieden.
Geweld.
Is er een crisis ?
Ik ben bang voor wapens.
Hoelang duurde de staking ?
Ik staak niet met geweld.
Dat grote conflict leidt naar een crisis.
Waarom zijn wapens verboden ?
Het conflict zal langer dan een jaar duren.
In deze landen zijn stakingen verboden.
De staking creëert spanningen tussen de werknemers.
Er is veel spanning in het parlement.
Zij zijn niet aan het staken.
A

During the strike we strike.
The weapon.
This tension has lasted too long.
They should prohibit these political conflicts.
Violence.
Is there a crisis ?
I am afraid of weapons.
How long did the strike last ?
I do not strike with violence.
That big conflict leads to a crisis.
Why are weapons prohibited ?
The conflict will last longer than a year.
In these countries, strikes are prohibited.
The strike creates tensions between the employees.
There is a lot of tension in the parliament.
They are not striking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat veroorzaakte deze bedreiging ?
Wat is de oorzaak van de fantastische internationele betrekkingen met Ierland ?
Er waren veel arrestaties vanwege de staking.
Zit jij in de zeemacht of lunchtmacht ?
Wat heeft de staking veroorzaakt ?
De politie ontvangt bedreigingen.
Deze arrestatie verhoogt de bedreiging.
De oorzaak.
De betrekkingen zijn niet goed.
Wat was de oorzaak van de oorlog ?
Hoe zijn de internationele betrekkingen ?

A

What caused this threat ?
What is the cause of the fantastic International relations with Ireland ?
There were a lot of arrests because of the strike.
Are you in the navy of air force ?
What has caused the strike ?
The police receive threats.
This arrest increases the threat.
The cause.
The relations are not good.
What was the cause of the war ?
What are the International relations like ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De rechtbank.
We verzamelen handtekeningen voor de politie.
Taken onze petitie tegen het besluit.
Waarom protesteren de werkgevers ?
Tijdens de demonstratie protesteren wij tegen de plannen van de Nederlandse regering.
Mag ik jouw handtekening ?
Wat is het plan van de boze minister ?
Ik wil jullie petitie tegen het besluit van de vrolijke rechter niet tekenen.
Hoe protesteer ik tegen deze wet ?
Ik heb de petities gisteren getekend.
De burgers houden een demonstratie.
Het besluit.
Wat zijn je plannen voor vanavond ?
Wat zijn de plannen van deze politieke partij ?

A
The court.
We collect signatures for the petition.
Sign our petition against the decision.
Why do the employers protest ?
During the demonstration we protest against the plans of the Dutch government.
May I have your autograph ?
What is the plan of the angry minister ?
I do not want to sign your petition against the decision of the cheerful judge.
How do I protest against this law ?
I signed the petitions yesterday.
The citizens hold a demonstration.
The decision.
What are your plans for tonight ?
What are the plans of this political party ?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly