8.3 MABA analyse Flashcards

1
Q

MABA

A

is een multifactor portfoliomodel (negencellenmatrix)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verschil BCG en MABA

A

Het verschil met de BCG-matrix is dat het een multifactor portfoliomodel is en het heeft drie categorieën i.p.v. twee per dimensie worden onderscheiden. In dit portfoliomodel wordt de aantrekkelijkheid van de bedrijfstak en de concurrentiepositie van de onderneming gepositioneerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verticale as

A

aantrekkelijkheid van de markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

horizontale as

A

de concurrentiepositie van het product en/ of SBU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

factoren met invloed op de aantrekkelijkheid van een bedrijfstak en de concurrentiepostitie van het product

A
Marktaantrekkelijkheid (MA)
• Marktomvang
• Marktgroei
• Concurrentie (vijfkrachtenmodel)
• Distributiekanalen
• Koopkracht afnemers
Concurrentiepositie (BA)
• Relatief marktaandeel
• Merkpositie en reputatie
• Kwaliteit-prijsratio
• Winstgevendheid
• Distributie-, kostprijs- en prijspositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uitvoeren van MABA

A
  • Niveau
  • Relevante factoren
  • Wegingsfactoren
  • Rapportcijfers
  • Eindscore
  • Totaal score
  • Intekenen marktaandeel
  • Beoordelen verschillende activiteiten
  • dynamisch beoordelen totale MABA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Niveau

A

Het vaststellen van het niveau waarop de analyse moet worden uitgevoerd:

a. Concernniveau: bijvoorbeeld van landen of SBU’s.
b. SBU-niveau: bijvoorbeeld van PMT’s.
c. PMT-niveau: bijvoorbeeld van producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relevante factoren

A

Het vaststellen van de relevante factoren voor deze specifieke analyse. Bij een ‘echte’ analyse kunnen gemakkelijk vijf of meer factoren worden meegenomen. Bij een caseanalyse het liefst de drie belangrijkste om het overzicht te bewaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wegingsfactoren

A

De weging van de factoren (mate van relevantie) vaststellen. Het totaal van de wegingen is 1. Deze factoren kunnen alleen door deskundigen worden vastgesteld, dit is meestal het marketingmanagement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rapportcijfers

A

Het vaststellen van de scores of ranking voor iedere factor per MA- en BA- element. Dit kan het best gebeuren met een rapportcijfer tussen 0 en 100. Zorg bij het vaststellen van de rapportcijfers dat er zoveel mogelijk reële verschillen zijn; als de groorste markt vijf keer zo groot is als de kleinste dan geeft je de grootste markt een tien en de andere een 2. Anders krijg je uit de analyse een grijze massa waarin alles op elkaar lijkt. Het vaststellen van de rapportcijfers is subjectief en moet daardoor gebeuren door een team van deskundigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eindscore

A

Het uitrekenen van de eindscores voor de MA- en BA-as door de wegingsfactor X het rapportcijfer te doen. Eindscore is maximaal 10 x 10 = 100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

totaal score

A

Het intekenen van deze totaalscores in het portfolioplaatje alsmede het tekenen van de juiste cirkelomvang (=marktomvang).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

MABA strategieën

A

moeten het liefst worden geformuleerd in termen van investeren of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cel 1

A

beter kan niet, positie moet verdedigd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cel 2 &4

A

vertegenwoordigen aantrekkelijke posities. Als het mogelijk is om uit te bouwen naar cel 1 dan moet dat zeker weten gebeuren: investeren. Anders selectief investeren om positie te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cel 3,5 &7

A

vertegenwoordigen een positie waarbij een onderneming ofwel een zwakke positie heeft in een heel aantrekkelijke markt of een sterke positie in een weinig aantrekkelijke markt. In alle gevallen is de cashflow positief. In dit geval hangt het ervanaf hoe de toekomstpositie zou zijn. Afhankelijk daarvan moet de strategie luiden: selectief investeren om uit t bouwen of om vast te houden.

17
Q

Cel 6&8

A

weinig aantrekkelijk. In principe geldt hier niet investeren, eventueel saneren of oogsten.

18
Q

Cel 9

A

vertegenwoordigt een hopeloze situatie: desinvesteren.

19
Q

portfolioanalyse

A

De portfolioanalyse is een strategisch denkmodel, dat op een analytische wijze aan het beleid van de onderneming richting kan geven. Het concept verhoogt het inzicht in de huidige en toekomstige toestand van het product of SBU. De samenhang van de strategieën wordt duidelijk voorgesteld. De verhoogde samenhang die via portefueillebeheer bereikt wordt, zal resulteren in een stijgende ondernemingswinst. De benadering moet zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven. De toepasbaarheid van portfolio wordt grotendeels door deze factor bepaald.

20
Q

kanttekeningen MABA

A

􏰀 Ten opzichte van de BCG is de MABA meer subjectief: het opvoeren van andere elementen en weegfactoren per as kunnen tot andere uitkomsten leiden. De subjectiviteit kan worden verminderd door een duidelijke beschrijving te geven van de weging en score.
􏰀 Het nut van een portfolio wordt vergroot als het verleden, heden en toekomst zichtbaar zijn (bijv. door pijlen).
􏰀 De wijze van afbakening van de markt speelt een belangrijke rol bij het op de juiste wijze omgaan met portfolioanalyses.
􏰀 Een portfoliomodel veronderstelt dat de erin opgenomen activiteiten onafhankelijk van elkaar zijn, wat niet altijd het geval is.
􏰀 Het desinvesteren in een bepaalde activiteit kan repercussies hebben voor de opbrengst van een andere activiteit.
􏰀 Een portfolioanalyse geeft slechts een globale strategie aan.