3.1 vraag, markt en product Flashcards

1
Q

actuele vraag

A

de effectieve vraag naar een bepaald product of merk en uitgedrukt in hoeveelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

potentiele vraag

A

is de nog niet manifeste vraag van afnemers die interesse in een bepaald product hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

marktpotentieel

A

is de som van de actuele vraag en de potentiële vraag.

In

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

initiële vraag

A

is afkomstig van afnemers die het betreffende product voor het eerst kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

niet duurzame goederen

A

verbruiksgoederen, hier spreek je over penetratiegraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

duurzame goederen

A

gebruiksgoederen, hier spreek je over bezitsgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

additionele vraag

A

vraag naar extra producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vervangingsvraag

A

het bestaande product wordt vervangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitbreidingsvraag

A

is de som van initiële vraag en de additionele vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

twee methoden voor het schatten van de vraagomvang

A
  • top down (aanbodzijde)

- bottom up (vraagzijde, dus vanuit afnemers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

top down

A

vanuit de aanbodzijde. Hierbij wordt de totale omzet of afzet in een bepaalde productklasse uitgesplitst naar lagere productniveaus, totdat men de
markt bereikt waarin men geïnteresseerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bottom up

A

vanuit de vraagzijde, afnemers kant. Hierbij gaat men uit van de individuele afnemer. Op basis van schattingen van het aantal afnemers, hun aankoopfrequentie en gemiddelde aankoophoeveelheid, wordt de marktomvang worden geschat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

huidige marktaandeel

A

secundaire vraag / primaire vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

marktaandeel

A

(% numerieke distributie x selectie indicator x % omzet- of afzetaandeel) / 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toekomstige marktaandeel

A

(% cumulatieve penetratie x % herhalingsaankopen x verbruiksindex) / 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Methoden voor het inschatten van het huidige of toekomstige marktaandeel:

A
  • huidige marktaandeel

- toekomstige marktaandeel

17
Q

secundaire vraag

A

de actuele vraag naar een bepaald merk/producttype.

18
Q

primaire vraag

A

de actuele vraag naar de totale productsoort.

19
Q

selectieve vraag

A

secundaire vraag / primaire vraag.

20
Q

marktbereik

A

het marktaandeel in de desbetreffende productsoort dat de

wederverkopers van dat bepaalde merk samen realiseren.

21
Q

numerieke distributie

A

aantal winkels die merk A verkopen / alle winkels die, die

productsoort verkopen.

22
Q

selectie indicator

A

de gemiddelde omzet van de winkels die merk A verkopen / de

gemiddelde omzet van alle winkels die die productsoort verkopen.

23
Q

fairshare

A

het marktaandeel dat een winkelketen heeft binnen een
productcategorie, gerelateerd aan het marktaandeel van die winkelketen (totale
assortiment).

24
Q

afgeleide vraag

A

de aanbieder zal zijn vraag moeten baseren op schattingen van
de vraag van de financiële afnemers.

25
Q

parfitt & collins benadering Hierbij wordt het te verwachten marktaandeel geschat op basis van drie gegevens

A
  • cumulatieve penetratie
  • herhalingsaankopen
  • verbruiksintensiteit
26
Q

Cumulatieve penetratie

A

het percentage van de potentiële afnemers dat een

aankoop één of meer keer doet.

27
Q

Herhalingsaankopen

A

het percentage daarvan dat het nieuwe product blijft

kopen.

28
Q

Verbruiksintensiteit

A

de verhouding tussen het gemiddeld verbruik (van het

nieuwe product) van de kopers en het gemiddeld verbruik van álle kopers van de productsoort.

29
Q

markov model

A

Bij deze voorspelling wordt ervan uitgegaan dat de kans dat een bepaalde consument in een bepaalde periode een bepaald merk kiest, afhankelijk is van zijn merkkeuze in de voorafgaande periode. De mate waarin afnemers tussen de verschillende merken switchen wordt uitgedrukt in een percentage (overgangswaarschijnlijkheden). Merkenwisselmatrix (brand switchmatrix) is een voorbeeld van een Markov-model.

30
Q

vraag vs marketinginspanningen

A

De omvang van de markt is mede afhankelijk van de marketinginspanningen van de op die markt opererende aanbieders. De gevraagde prijzen, de inhoud en de omvang van promotie-inspanningen, de intensiteit van de distributie en aanpassingen van de productspeci=caties hebben invloed op de totaal gerealiseerde omzet/afzet.

31
Q

marktvraagfunctie

A

is de relatie tussen de marketinginspanningen en de totale omzet/afzet.

32
Q

marktpotentieel

A

Bij stijgende marketinguitgaven neemt de vraag toe, totdat een bovengrens is bereikt waarbij verdere marketinguitgaven niet meer tot hogere verkopen leiden en waarbij ook de potentiële vraag wordt ingevuld