4.4 intrapersoonlijke stimuli Flashcards
intrapersoonlijke stimuli
situationele factoren die betrekking hebben op de afnemer zelf. Ze zijn in te delen op basis van tijdsduur.
intrapersoonlijke stimuli zijn in te delen op basis van tijdsduur
- langdurige situationele factoren
- kortdurende situationele factoren
- zeer kortdurende situationele factoren
langdurige situationele factoren
- leeftijd en levensfase
- economische omstandigheden
- zelfbeeld
- beschikbaarheid van en deskundighied met nieuwe media
leeftijd en levensfase
uiteraard zijn veel levensbehoeften gebonden aan leeftijd en
levensfase.
economische omstandigheden
dit blijkt uit het inkomen dat de consument denkt te kunnen besteden. Dit bedrag bestaat uit het vrij besteedbaar inkomen (discretionary spending power), leenmogelijkheden en de houding t.o.v. sparen en lenen. Hierbij is het consumentenvertrouwen heel belangrijk. Idealiter kent de marketeer de inkomenselasticiteit waarmee hij een voorspelling kan doen over de procentuele vraagverandering die het gevolg is van een procentuele inkomensverandering.
inkomenselasticiteit Ey
%vraag(afzet)/ %inkomen
positieve Ey
Bij een positieve uitkomst gaat het om luxe goederen, dit houdt in dat ook de vraag stijgt bij een stijging van het inkomen, dit is bij luxe goederen zo (biefstk)
negatieve Ey
Bij een negatieve inkomenselasticiteit verandert de vraag de tegengestelde kant op, het gaat dan om inferieure goederen (gehaktbal).
nutsmaximalisatie
de consument streeft naar het optimaal bevredigen van zijn behoefte met zijn schaarse middelen.
emotionele bevrediging
het komt niet altijd voor dat een consument naar nutsmaximalisatie streeft. Hij zoekt dan een product waarmee hij tevreden kan zijn.
wet van Engel
hoe meer het inkomen toeneemt hoe minder geld er procentueel gezien
wordt uitgegeven aan primaire levensbehoeften.
zelfbeeld
elke persoon heeft een eigen unieke persoonlijkheid die op het koopgedrag
invloed heeft.
zelfconcept
het totaal aan indrukken, kennis en verwachtingen dat iemand van zichzelf heeft betreffende de persoonlijkheid, sociale omgeving waarin hij verkeert en de relaties die hij heeft.
actuele zelf
het beeld dat het individu van zichzelf heeft, m.b.t. hoe hij in werkelijkheid is.
verwachte zelf
het beeld zoals de consument denkt binnen korte tijd te gaan worden.