Multipel Myeloom Flashcards

1
Q

Wat zijn de stappen van de eiwitspectrum?

A
  • Stap 1: Aantonen M-proteïne
  • Stap 2: Identificatie van het M-proteïne
  • Proteïne blootstellen aan het anti-lichaam
  • Zware ketens GAM
  • Lichte ketens kappa lambda
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de monoclonale gammopathie of undetermined significance?

A

Voorloper van MM
- Toename van het aantal plasmacellen die een monoclonaal eiwit produceren (M-proteïne)
- Plasmacellen in de beenmerg <10%
- M-proteïne <30 g/L (Niet te kwantificeren)
- Geen ‘Myeloma defining events’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt er verder onderzoek uitgevoerd bij monoclonale gammopathie of undetermined significance?

A

Laag risico:
- IgG <15 g/L en normale FLC ratio
- Geen afwijkende bevinding bij anamnese/LO

Hoog risico:
- IgG >15 g/L, IgA/M en abnormale FLC ratio
- Myeloma defining events

CAVE bij zeer ernstige polyneuropathie en ook bij niet te kwantificeren M-proteïne aan amyloïdose of POEMS denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de follow-up van monoclonale gammopathie of undetermined significance?

A
  • Afhankelijk van hoogte en type M-proteïne, leeftijd patiënt
  • Elke 6-12 maanden
  • Kan eventueel via de huisarts met goede instructies wat op te volgen en wanneer door te verwijzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het aanvullend diagnostiek bij een Multipel Myeloom?

A

Bloedonderzoek:
- Bloedbeeld
- Nierfunctie
- Calcium
- Albumine
- EIwitspectrum
- Prognostische markers bèta-2 microglobuline en albumine

Beenmergonderzoek:
- Aspiraat (Morfologie flowcytometric)
- Beenmerg biopt (Beoordelen van plasmacelmorfologie en plasmacelpercentage)
- FISH

CT-skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn Myeloma defining events?

A
  • CRAB
  • Hypercalciemie
  • Renale insufficiëntie (Door neerslag lichte ketens geproduceerd door MM, hypercalciemie)
  • Anemie (Door beenmergverdringing, bij nierschade minder EPO)
  • Botlaesies (Door toegenomen osteoclasten en afgenomen osteoblasten activiteit)
  • > 60% plasmacel in het beenmerg
  • Vrije lichte ketenratio >100
  • 1 focale laesie op MRI (>5 mm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de prognose van MM?

A
  • Recidiveert eigenlijk altijd
  • Geen genezing mogelijk
  • Wel langdurig ziektecontrole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prognostische factor van de ziektelast?

A

ISS (Bèta-2-microglobuline, albumine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de prognostische factor van de ziekte karakteristiek?

A
  • Cytogenetisch profiel
  • Del17p, t(4:14), t(14;16)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prognostische factor van de patiënt gebonden factoren?

A
  • Leeftijd
  • Co-morbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de prognostische factor van het klinisch beloop?

A
  • Primair refractaire ziekte
  • Vroege relaps van eerdere therapie en slechts korte onderbreking mogelijk tussen behandelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van MM?

A

Start behandeling als symptomatisch MM is:
- CRAB
- Vrije lichte ketens ratio (Involved:uninvolved) >100
- Plasmacellen beenmerg >60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling in de eerste lijn, <70 jaar en fitte patiënt?

A

4 maal VTD (Of VCD):
- Poliklinisch
- Sommige bijwerkingen erg vervelend
- Autologe SCT
- Nogmaals 2x VTD overwegen
- Lenalodomide onderhoud (Tot onacceptabele bijwerkingen)
- Langdurige therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling in de eerste lijn, <70 jaar en niet-fitte patiënt?

A
  • 9 maal Dara VMP
  • Dara-len-dex tot aan progressie
  • Len-dex 18 maanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is polyneuropathie?

A
  • Sensorisch/gevoelszin (Doof gevoel, tintelingen, speldenprikken, pijn in de huid bij aanraking, koude/warme gevoel gestoord, verstoring coördinatie evenwicht, neuropathisch pijn)
  • Motor/spieren (Spierkramp, trillen, zwakte)
  • Autonome symptomen (Lage bloeddruk en duizelig bij opstaan, langzame hartslag, obstipatie, seksuele disfunctie)
  • Kenmerken
  • Extremiteiten als eerst
  • Handschoen/sok vorige verspreiding
  • Altijd aan beide kanten (Symmetrisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de controle van de ziekte gedaan?

A

Opvolgen M-proteïne, maar pas behandelen als het symptomatisch is