Buikpijn en Gewichtsverlies Flashcards

1
Q

Wat zijn alarmsymptomen bij buikklachten?

A
  • Rectaal bloedverlies of melena (Zwart of grijs, geur is anders)
  • Veranderd defecatiepatroon
  • Nachtzweten
  • Toegenomen buikomvang (Ascites of hepatomegalie)
  • Gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van gewichtsverlies?

A
  • Passageproblemen -> Lineitis plastica, slokdarmstenose (Maligne of benigne), peritonitis carcinomatosa
  • Malabsorptie -> Coeliakie, pancreasinsufficiëntie
  • Diarree -> IBS, IBD, Infectieus
  • Cachexie -> >5% gewichtsverlies of sarcopenie (Skeletspieren die afbreken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is er sprake van Lineitis plastica?

A

Meerderheid van de patiënten maagcarcinomen (Vaak intestinaal type)
- Meerderheid intestinaal type -> H. Pylori geassocieerd
- Risicofactoren zoals roken, dieet, alcohol
- Intercellulaire adhesie moleculen intact (Maligne cellen groeien in maagwand, maar kunnen er niet doorheen groeien)

Minderheid van de patiënten diffuus type (20%)
- Intercellulaire adhesiemoleculen defect door inactief CDH1 (Kan erfelijk zijn
- Wanneer infiltratie gehele maag -> Lineitis plastica
- Slechte prognose door snel progressie naar slechte status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is cachexie?

A

Kakos & Heus (Slechte staat van zijn)
- Hypercatabole staat -> Versneld verlies van skeletspieren bij chronische inflammatoire respons
- Verhoogd basaalmetabolisme door cytokinerelease (TNF-alfa, IL-6 en IL-1 beta)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer komt cachexie voor?

A
  • Komt vaak voor bij gevorderde maligniteit
  • Chronische infectie
  • AIDS
  • Hartfalen
  • Reumatoïde artritis
  • COPD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan er gedaan worden bij cachexie?

A
  • Verwijzen naar een diëtiste
  • Gewichtsverlies is onafhankelijk geassocieerd met een slechtere overleving in zowel curatieve als palliatieve setting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn hoogrisico patiënten voor colorectaal carcinomen?

A
  • Familieanamnese positief
  • Voorgeschiedenis positief
    -> Colonpoliepen
    -> Barrett Oesofagus
    -> IBD (1%)
  • Familiaire adenomateuze poliepen (1%)
  • Lynch (5%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van IBD carcinomen?

A
  • Jongere leeftijd diagnose (40-50 ten opzichte van 60 jaar)
  • Vaker synchrone tumoren
  • Relatief Risico Crohn -> 2.5 - 21 (Bij patiënt <30 jaar)
  • Colitis Ulcerosa (5x zo hoog risico) -> Alleen bij lang-bestaand Colitis kan er pancolitis ontstaan waarbij de absolute risico 30% is na 35 jaar van de ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat darmkanker?

A

Normale colon (APC hit) -> Mucosa at risk (APC, K-ras) -> Adenomas (p53) -> Carcinoma

OF

Normale colon (MLH1/2, MSH, PMS1/2) -> Sessile serrated adenoma (Microsateliet instabiliteit) -> Carcinoma (Brax, Braf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het probleem bij de behandeling?

A

Overleving en therapierespons niet optimaal voorspeld waardoor er overbehandeling, toxiciteit en niet werkzame behandeling zijn. Er zijn betere voorspellende factoren nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillende patiënt categorieën?

A
  • Oligo vs. Uitgebreid gemetastaseerde ziekte
  • Linkszijdige vs. Rechtszijdige primaire tumor
  • MSI vs. MSS
  • KRAS/NRAS gemuteerd vs. Wildtype
  • BRAF gemuteerd vs. Wildtype
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de verschillen van oligometastatische ziekte vs. Liver only?

A
  • In geselecteerde populaties is de 5-jaarsoverleving na leversegmentresectie 30-60%
  • Wel een Nederlandse gerandomiseerde studies (Chemotherapie vs. Resectie)
  • Voorkeur voor resectie
    -> Eventueel na inductie chemotherapie
    -> Eventueel na v. Portae embolisatie
  • Alternatieven van resectie -> RFA (Radiofrequente Ablatie), stereotactische radiotherapie, MWA (Magnetic Wave Ablatie)
  • Ook beperkte extrahepatische metastasen te resecteren -> Echter onduidelijk effect op overleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de verschillen tussen een linkszijdige en rechtszijdige tumoren?

A
  • Latere presentatie rechtzijdige tumoren -> Slechtere prognose
  • Links heeft vaker EGFR copy numbergain mutatie
  • Links heeft betere respons op cetuximab
  • Rechts heeft vaker BRAFV600E mutatie
  • Rechts heeft vaker PIK3CA mutatie
  • Rechts heeft meer MSI-fenotype
  • Rechts heeft een betere respons op Bevacizumab (Anti-VEGF)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn MSS/MSI?

A
  • Microsatellieten zijn short-tandem repeats van 1-6 basen
  • DNA polymerases maken eerder fouten in deze regio’s -> Mismatched DNA strands
  • Defect mismatch repairsysteem (MMR) -> Mutaties
  • Primair CRC -> 15% dMMR (2.5% erfelijk)
  • Gemetastaseerd CRC -> 4% dMMR
  • Dus prognostisch gunstig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is MSS/MSI gunstig?

A

Defect in mismatch repairgenen -> Microsatelliet instabiliteit -> Veel mutaties -> Veel neo-epitopen -> Verhoogd immuunrespons

MSI tumoren: Upregulatie PD-1 en PD-L1 (T-cellen blijven rustig)
Dus immuuntherapie is beter dan chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Werken EGFR remmers bij RKAS mutatie?

A

Nee, want KRAS zit na EGFR. EGFR-remmers zorgen voor minder proliferatie/metastasering)

KRAS mutatie komt vaker voor.

17
Q

Wat is de BRAF mutatie?

A
  • 8-15% van de CRC tumoren is BRAF-gemuteerd
  • Reageren slecht op chemotherapie
  • BRAF-remmers als monotherapie marginaal actief, waardoor er een positieve feedback is naar EGFR
18
Q

Wat zijn de behandelingen van MSI, KRAS en BRAF?

A
  • MSI -> 1e lijn pembrolizumab
  • KRAS/NRAS gemuteerd -> Geen EGFR therapie (Cetuximabof panitumumab)
  • BRAF Gemuteerd -> 2e lijn BRAF remming (Encorafenib) + EGFR Remmer (Cetuximab)