De Zieke Patiënt Flashcards

1
Q

Hoe verloopt het lichamelijk onderzoek bij breathing?

A

Look:
- Inspectie van de thorax -> Kleur/huidafwijkingen/rash/zweten
- Postuur
- Ademhalingsfrequentie (!)
- Ademhalingsinspanning
- Symmetrie van de ademhaling
- Intrekkingen

Listen:
- Ademgeruis, bijgeluiden?

Feel:
- Trachea deviatie
- Thoraxexcursies
- Percussie
- Subcutaan emfyseem
- Ademfrequentie tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van kortademigheid (ABCDE)?

A
  • A: Obstructie
  • B: Astma aanval, exacerbatie COPD, longoedeem, (Spannings)pneumothorax, pneumonie, pleuravocht, longembolie
  • C: Shock
  • D: Metabole ontregling
  • E: Koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de B gemonitord?

A
  • SpO2 -> Percentage hemoglobine dat O2 heeft gebonden (Saturatiemeter)
  • X-thorax
  • Bloedgas -> Zuurstofspanning in het bloed, opgelost in het plasma (Uit de bloedgas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de algemene behandeling van B?

A
  • Zuurstof toedienen (Neusbril, venturi-masker, non-rebreathing masker)
  • Verder afhankelijk van oorzaak
  • Bij bronchospasme (Expiratoire stridor): Bronchusverwijders
  • Spanningspneumothorax: Naald thoracocentesis, thoraxdrain
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn potentieel levensbedreigende oorzaken van kortademigheid?

A

Respiratoir:
- Astma
- Exacerbatie COPD
- Longoedeem
- Pneumothorax
- Pneumonie
- Pleuravocht
- Longembolie

Niet-respiratoir:
- Metabole acidose
- Neurologische oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de pathologie van astma en hoe is het te herkennen?

A
  • Verhoogde luchtwegreactiviteit -> (Reversibele) luchtwegobstructie
  • Symptomen -> Piepen, kortademigheid, hoesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt astma behandeld en wat is de cave?

A

Het wordt behandeld met luchtwegverwijders of ontstekingsremmers.

De cave is een silent chest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn 2 verschillende vormen van COPD en de kenmerken hiervan?

A

Chronische bronchitis:
- Inflammatie en beschadiging van de bronchiën
- Toename slijmproductie en slijmvliesdikte
- >3 maanden/jaar klachten

Longemfyseem:
- Beschadiging van de alveoli
- Veranderde structuur
- Collaborerende longblaasjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt COPD behandeld?

A
  • Ontstekingsremmers
  • Luchtwegverwijders
  • Eventueel antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de pathologie van longoedeem?

A

Vochtophoping in de longen waarbij er minder gasuitwisseling is en kan uiteindelijk tot respiratoir falen lijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen cardiogene en niet cardiogene longoedeem?

A

Cardiogeen: Hart krijgt vocht niet uit het longcirculatie gepompt
Niet-cardiogeen: Oedeem ten gevolge van schade aan het longparenchym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van longoedeem?

A

Optimaliseren van de ademhaling en behandelen van de oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is spanningspneumothorax en wat zijn de oorzaken hiervan?

A

Lucht in de pleurale holte
Oorzaken:
- Zonder bekende afwijkingen
- Anatomie van de patiënt (Dunne, jonge mannen vaak)
- Bij chronische longafwijking
- Posttraumatisch/iatrogeen

Het heeft een ventielwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt een spanningspneumothorax behandeld?

A

Als het nodig is met een drainage of naalddecompressie als het een spanningspneumothorax is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillende classificaties van pneumonie en wat is de behandeling?

A

Pneumonie is een luchtweginfectie met infiltratie

Classificatie:
- Ontstaan -> Cap vs hap
- Lokalisatie -> Lobulair, interstitieel, bronchus
- Verwekker -> Typisch, atypisch

De behandeling is gericht op de vermoede verwekker (Bacterie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de transsudaat en exsudatieve oorzaken van pleuravocht?

A

Pleuravocht is vocht tussen beide longvliezen.
Transsudaat:
- Decompensatie Cordis
- Pancreatitis
- Levercirrose

Exsudaat:
- Maligniteit
- Pneumonie
- Empyeem
- Haemathorax
- Chylothorax
- Auto-immuun

De behandeling is afhankelijk van de oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt de diagnose van longembolie vastgesteld en behandeld?

A

Longembolie is een embolus in de longarterie op basis van een trombus. Diagnose wordt vastgesteld door de YEARS-score, CT of V/P scan (Bijna nooit meer)

Het wordt behandeld met antistolling of trombolyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe wordt metabole acidose behandeld en wat zijn de mogelijke oorzaken?

A

Metabole acidose geeft een respiratoire compensatie -> Kortademigheid. De diagnose wordt gesteld op basis van de arteriële/veneuze bloedgas

Oorzaken zijn erg uitgebreid:
- Ketoacidose
- Lactaatacidose
- Nierinsufficiëntie (Ernstige vorm)

Behandeling is afhankelijk van de oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het verschil tussen de SpO2 en pO2?

A

SpO2: Saturatiemeter. Percentage O2 gebonden aan erytrocyt. Dit heeft de voorkeur.
pO2: Uit bloedgas (Arterieel), meestal niet nodig. Zuurstofspanning in het bloed, opgelost in plasma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt de circulatie beoordeeld?

A

Look:
- Kleur
- Zweet
- CVD

Listen:
- Cor tonen (S1S2)
- Souffles

Feel:
- Pols
- Temperatuur van de extremiteiten
- Capillary refill time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe wordt de C gemonitord?

A
  • Saturatie
  • Bloedgas met lactaat
  • Pols & Bloeddruk
  • ECG
  • Urine productie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de resuscitatie mogelijkheden bij C?

A
  • IV toegang
  • Resuscitatie met vocht/bloedproducten
  • Afhankelijk van de oorzaak van de shock -> Specifieke behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de definitie van shock?

A

Shock is een syndroom waarbij de circulatie ontoereikend is om aan de zuurstofbehoefte van de weefsels te voldoen

Er is dus een reductie in systemische weefselperfusie -> Verminderd O2 toevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het effect van shock op cellulair niveau?

A
  • Celmembraam-pomp disfunctie
  • Intracellulair oedeem
  • Lekkage van de celinhoud naar extracellulair
  • Verstoring van de pH (Metabole acidose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de systemische effecten van shock?

A
  • Verstoring van de pH (Metabole acidose)
  • Endotheel disfunctie
  • Stimulatie van inflammatoire en anti-inflammatoire cascades
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe ziet de flowchart van shock wat betreft de definitie eruit?

A

Reductie in systemische weefselperfusie -> Minder zuurstof toevoer -> Celdood -> Eindorgaan schade -> Multi-orgaan falen -> Overlijden van de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn de oorzaken van een hypovolemische shock?

A

Hypovolemische shock ontstaat door een tekort aan circulerend volume (CO = SV * HF)
Oorzaken:
- Bloedverlies
-> Trauma
-> Gastro-intestinale bloeding
-> Inwendige bloeding
- Vocht/zouten-verlies:
-> Diarree, braken
-> Heatstroke
-> Transpireren
-> Brandwonden
-> Verlies naar de ‘derde ruimte’

28
Q

Hoe ziet een hypovolemische shock er in de kliniek eruit?

A
  • Hypotensie/Tachycardie/Tachypnoe
  • Lage CVD (!)
  • Koude extremiteiten
  • Oligurie

Marmerachtig huid kan een teken zijn van een hypovolemische shock

29
Q

Wat is de behandeling van een hypovolemische shock?

A
  • ABCDE-aanpak
  • Oorzaak behandelen
  • Resuscitatie
  • Get expert help
30
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een cardiogene shock?

A

Cardiogene shock is het pompfalen van het hart waardoor er een verlies van de cardiac output is (CO = SV * HF)
Oorzaken:
- Cardiomyopathie (Met name als gevolg van een myocardinfarct)
- Aritmieën:
-> Atriumfibrilleren
-> Atriumflutter
-> Ventrikeltachycardie
-> Ventrikelfibrilleren
-> Compleet hartblok
-> Bradyaritmie
- Mechanische afwijkingen:
-> Klepfalen
-> Geruptureerde ventrikelwand
-> VSD/VSR

31
Q

Hoe ziet een cardiogene shock er in de kliniek eruit?

A
  • Hypotensie/tachycardie/tachypnoe
  • Longoedeem
  • CVD verhoogd
  • Koud en klam
  • Oligurie
32
Q

Wat is de behandeling van een cardiogene shock?

A
  • ABCDE-aanpak
  • Oorzaak behandelen
  • Niet vullen
  • Geen diuretica
  • Get expert help
  • Inotropica
33
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een distributieve shock?

A

Een distributieve shock wordt veroorzaakt door vaatverwijdering door een afname van de vaatwandspanning/weerstand (BP = HF * Perifere vaatweerstand)

Oorzaken
- Sepsis
- Anafylaxie
- Neurogene shock/dwarslaesie

34
Q

Hoe ziet een distributieve shock er in de kliniek eruit?

A
  • Hypotensie/tachycardie/tachypnoe
  • Warme extremiteiten
  • Vasodilatatie en klam
  • Normale CVD
  • Oligurie
  • Tekenen van infectie, anafylaxie of neurologische afwijkingen
  • Febriel
35
Q

Wat is de behandeling van een distributieve shock?

A
  • ABCDE-aanpak
  • Behandel de onderliggende oorzaak
  • Indien sepsis -> Zo snel mogelijk antibiotica
  • Indien anafylaxie -> Zo snel mogelijk adrenaline
  • Get expert help
  • Resuscitatie
  • Vullen (!)
36
Q

Wat is de SIRS criteria?

A
  • Ademhalingsfrequentie: >20/min of PaCO2 <4.25 kPa
  • Hartfrequentie: >90/min
  • Lichaamstemperatuur: >38.0 C of <36.0 C
  • Leukocyten: >12 of <4
37
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een obstructieve shock?

A

Een obstructieve shock wordt veroorzaakt door een obstructie in de circulatie

Oorzaken:
- Ruiterembolus
- Spanningspneumothorax
- Tamponade

38
Q

Hoe ziet een obstructieve shock er in de kliniek eruit?

A
  • Hypotensie/tachycardie/tachypnoe
  • Verhoogde CVD
  • Oligurie
39
Q

Wat is de mogelijke behandeling van een obstructieve shock?

A
  • ABCDE-aanpak
  • Behandel onderliggende oorzaak
  • Indien ruiterembolus/grote longembolie -> Antistollingstherapie
  • Indien spanningspneumothorax -> Zo snel mogelijk venflon/thoraxdrain
  • Indien tamponade -> Pericardiocentesis
  • Get expert help
40
Q

Wat moet er gedaan worden bij de D?

A

Herbeoordeel en behandel ABC
- Beoordeel bewustzijn (Denk aan antidota): (A)lert, (V)erbal, (P)ain, (U)nresponsive
- Pupil reactie beoordelen
- Glucose controleren
- Nekstijfheid (Ja of nee)
- Herken een neurologische uitval

41
Q

Wat is de Glasgow coma scale voor de eye?

A

4: Spontaan open
3: Op aanspreken
2: Op pijnprikkel
1: Geen reactie

42
Q

Wat is de Glasgow coma scale voor de motoriek?

A

6: Opdrachten uitvoeren
5: Pijn lokaliseren
4: Terugtrekken
3: Abnormaal buigen
2: Abnormaal strekken
1: Geen beweging

43
Q

Wat is de Glasgow coma scale voor verbaal?

A

5: Georiënteerd En adequaat
4: Verward
3: Losse woorden
2: Geluiden, kreunen
1: Geen reactie

44
Q

Wat betekenen de verschillende uitkomsten voor de Glasgow coma scale?

A
  • EMV: 9-14: Gedaald bewustzijn (V op AVPU)
  • EMV: <8: Is coma als >6 uur, bedreigde luchtweg. Overweeg intubatie (P of U bij AVPU)

Bij een neurotrauma:
- EMV: 13 of hoger: Minor
- EMV: 9-12: Moderate
- EMV: <9 Severe

45
Q

Wat moet er gecontroleerd worden bij de pupil?

A
  • Grootte
  • Isocorie
  • Reactie op licht

PEARRL: Pupils are Equal and Round, Reactive to Light

46
Q

Wat zijn de oorzaken van pinpoint pupillen?

A
  • Opioïden
  • Barbituraten
  • Ponsletsels
47
Q

Wat zijn de oorzaken van kleine reactieve pupillen?

A
  • Metabole encefalopathie
  • Seniele miosis
  • Inklemming
48
Q

Wat zijn de oorzaken van gedilateerde reactieve pupillen?

A
  • Metabool
  • XTC, Amfetamines
49
Q

Wat zijn de oorzaken van gedilateerde lichtstijve pupillen?

A
  • Anticholinergica
  • Oogdruppels
  • Peri ictaal
  • Hypothermie
  • Hypoxemie
50
Q

Wat zijn de oorzaken van wijde, niet reactieve pupillen en kleine, reactieve pupillen?

A

Wijd, niet reactief:
- Druk op n. III door massa
- Inklemming

Klein, reactief:
- Horner’s syndroom
- Fysiologisch

51
Q

Wanneer wordt er een glucose infusie gegeven en wat voor infusie?

A

De glucosewaarde moet als eerst snel worden gemeten door een vingerprik of door de bloedgas. Bij glucose onder 4.0 mol/L moet er een infusie gegeven worden. Infusie bestaat uit een bolus glucose 10 gram (Bijv. 50 ml glucose 20%)

Het effect moet worden gecontroleerd middels frequente glucose metingen

52
Q

Wanneer kan er sprake zijn van nekstijfheid?

A
  • Meningitis
  • Encefalitis
  • Subarachnoïdale bloeding
  • Meningisme bij pneumonie

Stijve nek betekent niet nekstijfheid

53
Q

Hoe wordt er getest op nekstijfheid?

A
  • Kernig’s sign: Bij omhoog doen van de been flexie nek
  • Brudzinski’s neck sign; Bij flexie nek buigen van de knie
54
Q

Hoe wordt er gehandeld bij een neurologische uitval?

A
  • Herken lateralisatie
  • Herken afasie
  • FAST -> Face, Arm, Speech, Time
55
Q

Wat moet er gedaan worden bij exposure?

A
  • Temperatuur meten
  • Huid bekijken
  • Voorkom afkoeling
56
Q

Hoe moet de Airway worden beoordeeld?

A

Kijk:
- In de mond: Verontreiniging? Braaksel, bloed?
- Losse tanden? Corpus alienum?

Luister: Hoorbare ademhaling?
- Partiële obstructie: Veranderd geluid (Snurken, stridor, rochelen)
- Volledige obstructie: Geen ademgeluid aan de mond hoorbaar
- Beoordeel de stem: Heesheid?

Voel:
- Is er luchtstroom?

Ga altijd op zoek naar een obstructie (Larynx, pharynx, subglottisch)

57
Q

Wat zijn de verschillende geluiden die te horen zijn bij een luchtwegobstructie?

A

Afhankelijk van het niveau van de obstructie is er een bepaald geluid hoorbaar
- Rochelen -> Verontreiniging in de mondholte (Inspectie mondholte)
- Snurken -> Verslapte tongmusculatuur (A moet vrij gemaakt worden, is er potentieel nekletsel). De luchtwegmanoeuvres of luchtwegdevices kunnen toegepast worden
- Stridor -> Zwelling ter plekke van de larynx (A moet vrij gemaakt worden, interventie is afhankelijk van de vermoedelijke oorzaak)

58
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van stridor?

A
  • Anafylaxie -> Adrenaline toedienen
  • Na halsoperatie: Bloeding in OK-gebied -> Bloeding ontlasten
  • Infectieus: Kroep/pseudokroep (Viraal, bacterieel) -> Steroïden geven
  • Oedeem na radiotherapie KNO-gebied -> Dexamethason geven
59
Q

Wat zijn stabiliserende acties bij de Airway?

A
  • Altijd zuurstof 15/L via NRM
  • Overweeg immobilisatie CWK
  • Uitzuigen
  • Luchtweg manoeuvres (Head-tilt/chin-lift of Jaw thrust)
  • Mayo tube/nasale tube
  • Overweeg noodaak intubatie
  • Stabiele zijligging
60
Q

Wat zijn de Red Flags bij Breathing?

A
  • Verminderd bewustzijn
  • Cyanose
  • Saturatie <90%
  • Asymmetrische thoraxexcursies
  • Trachea deviatie en distress
  • Ademfrequentie <10 en >29
  • Onvermogen om tot 5 te tellen binnen 1 ademhaling
61
Q

Wat zijn de Red Flags bij de Airway?

A
  • Verminderd bewustzijn
  • Snurkende ademhaling
  • Stridor
  • Zwelling van de tong
  • Stemverandering
62
Q

Welke soorten shock zijn er en hoe wordt er onderscheid gemaakt?

A
  • Hypovolemische shock: Koude temperatuur, verlaagde CVD, normale longgeluiden
  • Obstructieve shock: Koude temperatuur, verhoogde CVD, afwezig/VAG longgeluiden
  • Cardiogene shock: Koude temperatuur, verhoogde CVD, Crepitaties
  • Distributieve shock: Warme temperatuur, verlaagde CVD, normale longgeluiden
63
Q

Op welke manier kan shock worden ingedeeld?

A
  • Bloedverlies >40% is een acute levensbedreigende situatie -> Klassieke shockverschijnselen duidelijk zichtbaar
  • Bloedverlies ca. 50% is een bewustzijnsverlies -> Wegvallen meetbare pols en bloeddruk
64
Q

Wat zijn de Red Flags bij Circulation?

A
  • Verminderd bewustzijn
  • Diffuse bleekheid
  • Duidelijk zweten
  • Systolische bloeddruk <90 mmHg
  • Hartfrequentie >140/min
  • Gemarmerde huid/knieën
  • Aritmieën gepaard met hypotensie
65
Q

Wat moet er gedaan worden bij inklemming?

A

Supratneorial herniation:
1) Uncal
2) Central (Transtentorial)
3) Cingulate (Subfalcine)
4) Transcalvarial

Infratentorial herniation:
5) Upward (Upward cerebellar or upward transtentorial)
6) Tonsillar (Downward cerebellar)

66
Q

Hoe gaat de monitoring en behandeling van de D?

A

Monitoring:
- Vervolgen EMV-score
- Vervolgen glucose

Overweeg:
- Antidota
- Antibiotica
- Antivirale therapie
- Anti-epileptica
- Aanvullende diagnostiek/expert help

67
Q

Welke tekenen kunnen gezien worden op de huid bij E?

A
  • Rash door bijvoorbeeld geneesmiddelen
  • Urticaria
  • Petechiën (<3mm)
  • Purpura (3-10 mm)
  • Ecchymosen (>10 mm)
  • Meningococcensepsis
  • Cullen’s sign
  • Grey Turner’s sign
  • Battle’s sign
  • Raccoon eyes
  • Spuitplekken
  • Steek- en schietverwondingen
  • angio-oedeemwonden
  • Trauma
  • Littekens