Beoordelen Longfunctie Flashcards

1
Q

Wat voor obstructie beperkt het in en uitademen?

A

Vaste intra thoracale of extra thoracale obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor obstructie beperkt het inademen?

A

Variabele extra thoracale obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor obstructie beperkt het uitademen?

A

Variabele intra thoracale obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor obstructie is er aan de hand bij de kerktoren obstructie?

A

Perifere intra thoracale obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de formule van compliantie?

A

Het is de mate waarin het longvolume groter wordt als de transpulmonale druk (Druk over de alveolus wand) toeneemt
C= delta V/delta P

Optelsom is compliantie long en compliantie borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de compliantie bij emfyseem en bij fibrose?

A
  • Emfyseem: Hoge compliantie
  • Fibrose: Lage compliantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is de FEV1, VC en Tiffeneau Index aangedaan bij restrictie?

A

Bij restrictie is FEV1 en VC wel verlaagd, maar de Tiffeneau index niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan astma worden uitgesloten met een histamine provocatietest?

A

Met een histamine provocatietest kan astma worden aangetoond. Er wordt dan gekeken naar de FEV1. Zolang de waarde boven 80% van de nulmeting blijft is er een normale test en geen astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan astma worden aangetoond met salbutamol?

A

Er wordt geblazen voor de flow volume curve voor en na toediening van salbutamol. Bij een significant verschil van FEV1 is er een significante reversibiliteit. Dit moet 12% en 200 ml meer zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke afwijkingen in de standaarddeviatie?

A

Normaal: -1.64 tot + 1.64
Te laag (LLN): <1.64

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er gemeten bij een spirometrie?

A

De dynamische longvolumes:
- FEV1
- FVC
- FEV1/FVC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er gemeten bij de bodybox?

A

De statische longvolumes:
- TLC
- FRC
- RV
- ERV

Teugvolume (VT): Hoeveelheid lucht die tijdens 1 normale ademhalingscyclus in- of uitgeademd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de FVC en (i)VC manoevres uitgevoerd?

A

FVC manoevre:
- Eerst volledig inademen
- Daarna maximaal snelle, krachtige en verre uitademing
- Ook wel EVC genoemd
- Bij gezonde patiënten FVC = iVC

(I)VC manoevre:
- Eerst maximaal uitademen
- Daarna maximaal diep inademen
- Ook wel slow VC genoemd

Bij een obstructie FVC < iVC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe gaat de ademhaling in de fysiologische situatie?

A

Lucht beweegt van hoge naar lage druk

Inspiratie:
- Pl < Pb * V
- Pl naar beneden zodat de lucht van buiten naar binnen gaat
- Pl: Intra-alveolaire druk
- Transpulmonale (Transmurale) druk stijgt tijdens de inspiratie

Expiratie:
- Pl > Pb * V
- Pl stijgt zodat lucht van binnen naar buiten gaat
- Transmurale druk daalt tijdens de expiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillende soorten obstructies?

A
  • Grotere luchtwegen -> COPD, Astma met gefixeerde obstructie, (Sarcoidose), BPD
  • Perifere (Kleinere) luchtwegen (Afname van onderstaand)
  • Centrale (Hogere) luchtwegen variabel: Intrathoracaal of Extrathoracaal
  • Centrale (Hogere) luchtwegen gefixeerd: Zowel intra als extrathoracaal -> Subglottische stenose (Na intubatie), tracheale tumor, struma, tumor voorste mediastinum
  • Extrathoracale obstructie variabel -> Stemband paralyse, KNO tumor
  • Intrathoracale obstructie variabel -> Centrale endobronchiale tumor, ernstige trachea malacie, struma
  • Gefixeerde obstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat izjn de kenmerken van de perifere (kleinere) luchtwegen?

A
  • MEF75 is de snelheid van luchtstroom in l/sec als er nog 75% van de FVC nog moet worden uitgeademd
  • MEF25 is snelheid van luchtstroom in l/sec als er nog 25% van de FVC nog moet worden uitgeademd
  • MMEF (MEF75-25) is maximale mid-expiratoire flow in l/sec is gemiddelde luchtstroom tussen punt MEF75 en MEF25
17
Q

Wat zijn de kenmerken van een variabele extrathoracale obstructie?

A
  • Bij expiratie druk Ptr extrathoracaal fysiologisch hoger ten opzichte van Patm. Daardoor bij expiratie geen last van obstructie
  • Bij inspiratie druk op Ptr extrathoracaal fysiologisch lager ten opzichte van Patm. Door obstructie op dit niveau is er blokkade van de inspiratoire flow
18
Q

Wat zijn de kenmerken van een variabele intrathoracale obstructie?

A
  • Fysiologisch tijdens inspiratie Ptr intrathoracaal > Ppl waardoor luchtpijp wordt opengetrokken. Bij expiratie fysiologisch altijd wat trachea collaps
  • Bij inspiratie Ptr intrathoracaal > Ppl en dus geen last van obstructie
  • Bij expiratie Ptr intrathoracaal < Ppl en wel last van obstructie en dus ‘blokkade’
19
Q

Wat zijn de kenmerken van een gefixeerde obstructie?

A
  • Geen onderscheid meer te maken tussen situering van de extra of intrathoracale obstructie
  • Ongevoelig voor druk veranderingen tijdens ademhaling wardoor obstructie zowel in- als expiratoir stabiel aanwezig is
  • Lokatie van obstructie niet te bepallen (Intra of extrathoracaal)
20
Q

Wanneer is er een slappe of stijve long?

A

Slappe long -> Hoge compliantie
- COPD

Stijve long -> Lage compliantie
- Fibrose

21
Q

Wat is airtrapping?

A
  • Hoge compliance op alveolair niveau (Door destructive alveoli
  • Relatief veel lucht komt er in de long bij inspiratie
  • Door schade aan de luchtwegen vallen deze te snel samen bij expiratie
  • Bij gezonde mensen alleen bij zeer krachtige expiratie -> Waardoor positieve intrapleurale druk -> Dynamische luchtwegcompressie
  • Lucht komt er wel in, maar gaat moeizamer eruit -> Airtrapping
22
Q

Hoe kan de PC20 worden geinterpreteerd?

A

PC20:
- <1.0 mg/ml: Ernstige BHR
- 1.0 - 8.0 mg/ml: Milde BHR
- 8.0 - 32 mg/ml: Lage BHR
- 32 mg/ml: Normale respons