Cognitieve Stoornissen en Dementie Flashcards

1
Q

Wat is cognitie?

A

De mentale activiteit en het proces van kennisverwerving door waarneming en het verwerken van de daarmee opgedane informatie door het denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dementie?

A

Verzamelnaam voor het symptomen die invloed hebben op de cognitieve functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de risicofactoren van dementie (7)?

A
  • Gehoorverlies
  • Leeftijd
  • Lage opleidingsniveau
  • Genetica (10% van Alzheimer)
  • Depressie
  • Alcohol/roken
  • Cardiovasculair -> Hypertensie, diabetes, metabool syndroom, roken

40% van de oorzaken van dementie zijn mogelijk te voorkomen gedurende het leven. Luchtvervuiling speelt ook mee als een risicofactor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de criteria voor dementie?

A
  • Interferentie in dagelijks functioneren
  • Afgenomen ten opzichte van eerder
  • Niet verklaard door delier/depressie
  • Diagnose op basis van objectieve testen
  • Cognitieve achteruitgang in 2 of meer domeinen
    -> Geheugenproblemen
    -> Executieve functies
    -> Visuospatieel
    -> Taal
    -> Gedrag & persoonlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Mild Cognitieve Impairment (MCI)?

A
  • Aandoening in 1 of meer cognitieve domeinen
  • Geen interferentie in dagelijks functioneren
  • Belangrijke kenmerken (50% binnen 3 jaar dementie, tussen 40-60 is de kans minder dan oudere patiënten)
  • Er is geen behandeling hiervoor
  • Dit is geen dementie op zichzelf (Mensen zijn bang dat ze dementie krijgen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de ziekte van Alzheimer en de criteria hiervoor?

A

Meest voorkomende vorm van dementie (>50%) waarbij er verlies is van cholinerge neuronen in de hippocampus

Criteria:
- Traag beloop maanden/jaren
- Aangedane cognitieve domeinen
- Als eerst verlies op:
-> Geheugen/woordvindstoornis
-> Visuopatieel
-> Executieve functies: Oordeelsvermogen, planning, probleemoplossend vermogen
- Afwezigheid van cerebrovasculaire schade

NB: Zekerheid diagnose bij genmutatie PSEN1/2, APP (Is geassocieerd met familiair voorkomend Alzheimer
Toekomst mogelijk biomarker based diagnose op basis van amyloid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de pathofysiologie van Alzheimer?

A

Tau disfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vasculaire oorzaken van dementie?

A
  • Hypoperfusie (Shock, stenose)
  • Bloeding
  • Infarct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de criteria voor vasculaire dementie?

A
  • Afwijkingen zowel bij lichamelijke onderzoek als op beeldvorming te zien
  • Interferentie in het dagelijks functioneren
  • Er is een relatie tussen functioneren en radiologische afwijken merkbaar door bijvoorbeeld:
    -> Ontstaan binnen 3 maanden na CVA
    -> Abrupte verslechtering cognitieve functie
    -> Fluctuaties of stapsgewijze verslechtering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de verschillen tussen vasculaire dementie vs. alzheimer?

A
  • Sudden or gradual vs. gradual
  • Slow, stepwise fluctuation vs. constant insidious decline
  • Evidence of focal deficits vs. subtle or absent
  • Mildly affected vs. early and severe deficit
  • Early and severe vs. late
  • Subcortical vs. cortical
  • Infarcts or white matter lesions vs. normal -> Hippocampus atrophy of normal
  • Often disturbed early vs. usually normal
  • TIA, stroke, risk factors vs. less common
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de Lewy Body Dementie?

A
  • 3.5 per 100.000 persoonsjaren
  • Begint met stoornis in aandacht en visuopatieel
  • Alfa-syncucleine eiwit (Eiwit betrokken bij neurotransmissie) gaat kapot en vormt Lewy Bodies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de klinische verschijnselen van een Lewy Body Dementie?

A

2 of meer kernsymptomen:
- Fluctuaties cognitieve achteruitgang
- REM-slaap stoornissen
- Terugkerende gedetailleerde visuele hallucinaties
- Parkinsonisme (Bradykinine, tremors, rigiditeit)

Overige symptomen:
- Overgevoeligheid antipsychotica
- Wanen
- Angst/apathie
- Hypersomnia
- Depressie

Indicatieve biomarkers:
- PSG
- DAT-scan
- MIBI scan

Er is een alpha syncucleine (Eiwit betrokken bij neurotransmissie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt er diagnostiek gedaan voor dementie?

A
  • CGA
  • Neuropsychologische onderzoek
  • Beeldvorming van de hersenen
  • Op indicatie liquor punctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe vindt het neuropsychologisch onderzoek plaats?

A

NPO:
- Anamnese
- Heteroanamnese
- Cognitieve testen en observatie van het gedrag
- Duurt 2-3 uur
- Tijdens het gehele NPO, vanaf binnenkomst tot vertrek wordt het gedrag, zowel verbaal als non-verbaal geobserveerd

Voordelen:
- Universele manier om cognitie te kwantificeren
- Mogelijkheid om het te herhalen over tijd

Beperkingen:
- Confounders
- Gebrek aan motivatie
- Vermoeidheid
- Depressie
- Faalangst
- Pijn
- Delier
- Intoxicatie
- Medicatie
- Opleiding
- Culturele bias

Niet iedereen is te testen zoals bijvoorbeeld 2 maanden na alcohol abuse en 3-6 maanden na een delier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een DAT-scan?

A
  • Dopamine imaging
  • Gebruikt voor Lewy Body Dementie
  • Degeneratie nitro striatale neuronen (Ondersteunende biomarker in diagnose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt er diagnostiek op basis van de liquor gedaan?

A

Bepalingen:
- Uitsluiten infectie
- Tot eiwit, glucose, leukocyten
- Kweek, gram preparaat

Antistoffen:
- Paraneoplastisch/auto-immuun

Cellen:
- Metastasen, primaire tumoren (Bijvoorbeeld een lymfoom)
- Biomarkers -> AD (A-beta, Tau, pTau), CJD (14-3-3 eiwit)

17
Q

Hoe ziet de liquor eruit bij Alzheimer?

A
  • Verlaagd amyloid bèta, verhoogd Tau
  • Positieve biomarkers
    -> 60% binnen 3 jaar dementie
    -> 80% binnen 10 jaar
18
Q

Wat is de non-farmacologische behandeling van dementie?

A
  • Case manager
  • Dagopvang
  • Maatschappelijk werk
  • Diëtist
  • Ergotherapie
  • Bieden van structuur

De eerste stap is toch een gesprek -> Post-diagnostische zorg

Stoppen met autorijden tenzij CDR 0.5-1 + Gezondheidsverklaring van CBR

19
Q

Wat zijn de farmacologische behandeling van dementie?

A
  • Choline-esterase remmers -> Rivastigmine, Galantamine (Bij CDR 1-2):
  • Memantine -> Minder duidelijke plaats in behandeling
  • Anti-amyloid therapie (Lecanemab, donanemab beide medicaties zijn nog niet doorgekomen bij EMA)

Aducanumab