Immunotherapie Flashcards

1
Q

Hoe is de werking van immunotherapie?

A

Er zitten remmende receptoren (CTLA4, PD1) op de tumor en T-cel. Door deze te blokkeren wordt de rem geremd -> Activatie van de T-cel. De T-cel ruimt dan de kankercel op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een anti-CTLA4 medicatie?

A

Ipilimumab (Lymfocyten zijn continue aan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een anti-PD1 medicatie?

A

Nivolumab/pembrolizumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke medicatie werkt er beter?

A

Nivolumab werkt beter dan ipilimumab, maar samen werken ze beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke patiënten werkt immunotherapie en voor hoe lang?

A

Immunotherapie werkt niet bij iedereen, maar als het werkt kan het lang goed gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de bijwerkingen van immunotherapie?

A

Allerlei ontstekingen (-itis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de behandeling die wordt toegepast voor de bijwerkingen van immunotherapie?

A

Prednison, als het niet werkt nog meer prednison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de frequentie van bijwerkingen van Graad 3 of hoger?

A
  • Ipilimumab: 20-30%
  • Nivolumab en Pembrolizumab: 15-20%
  • Combinatie van Ipilimumab & Nivolumab: 50-60%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer ontstaan de bijwerkingen na een immunotherapie?

A

75% ontstaat na de eerste 3 maanden. Echter soms ook tot een jaar na de laatste behandeling. Auto-immuunziekten kunnen ook verergeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly