nederlands taalschat p217-219 Flashcards
het is vijf over twaalf
het is al te laat
een brandende kwestie
een dringende zaak
daar steek ik mijn hand voor in het vuur
heel zeker weten dat iets zo is
olie op het vuur gooien
de zaak erger maken
de kastanjes uit het vuur halen
het probleem proberen oplossen
ergens zijn vingers aan verbranden
iets doen wat zich uiteindelijk tegen je keert
brandjes moeten blussen
ruzies oplossen
het wordt heet onder onze voeten
in problemen komen
de spanning was te snijden
het was spannend
notoire
bekende (leugenaar, bedrieger, flirter)
op vrije voeten
vrijgelaten
op vrije voeten
vrijgelaten zijn
een dubbeltje op zijn kant
het kon elke kant opgaan
op gespannen voet leven
moeilijk met elkaar kunnen omgaan
beklaagde
de vermoedelijke dader