engels voc folder 3 p130-131 Flashcards
een openbaar aanklager
a prosecutor
nietig verklaren/opheffen
to annul
een vijandige rivaliteit
a strife
seculier ( niet te maken met godsdienst )
secular
verraad
treason
afschrikken/ophouden
to deter
een weiland/een grasland
a pasture
een boer
a peasant
een regeringsbeleid/een staatspolitiek
a policy
een schuld
a debt
failliet gaan
to bankrupt
oprichten/instellen
to establish
een kroning
a coronation
een echtgenoot
a spouse
amandelen
tonsils
zich bemoeien met iets
to interfere
opnieuw aanstellen
to reinstate
zou moeten
ought to
een hoveling (mensen die werken aan het hof)
courtiers
brutaal
cheekily
een mis
a mass
erkennen
to acknowledge
onwettelijk
illegitimate
overspel
adultery
ontrouw
infidelity
een voordeel
a perk
terechtstellen
to try
een bondgenootschap
an alliance
een verdediging
a defence
een (keizer)rijk
an empire
een ontdekker
an explorer
een erfgenaam
an heir
een inval
an invasion
de paus
the Pope
een aanklager
a prosecutor
een regeerder
a ruler
een verrader
a traitor
een rechtzaak/een proces
a trial
werkloosheid
unemployment
een schurk
a villain
scheiden
to divorce
uitbreiden
to expand
oud
ancient
een burgeroorlog
a civil war
een hof/hofhoudig
a court
een (af)scheiding
a division
een boete
a fine
buskruit
gunpowder
een wet
a law
een heerser, een vorst
a monarch
een rivaal/vijand
a rival
een opvolging
a succession
een toeschouwer
a spectator
een echtgenote
a spouse
proberen
to attempt
onthoofden
to behead
executeren/terechtstellen
to excute
verbergen
to hide
verbergen
to hide
vergiftigen
to poison
regeren
to reign
opvolgen
to succeed
een bastaard
a bastard
een klooster
a convent
een visioen
a vision
een troon bestijgen
to ascend
roddelen
to gossip
binnenvallen
to invade
veroordelen/berechten
to sentence
proeven
to taste