frans extra voc teksten les actes de violence Flashcards
1
Q
het partnergeweld
A
la violence conjugale
2
Q
een misdrijf/misdaad opnieuw plegen
A
récidiver
3
Q
de straf
A
la peine
4
Q
vervolgen
A
poursuivre
5
Q
begaan
A
commettre
6
Q
tijdens
A
lors de
7
Q
bij de keel grijpen
A
saisir à la gorge
8
Q
het hoofd stoten
A
(se) cogner la tête
9
Q
meppen geven
A
gifler
10
Q
slaan
A
frapper
11
Q
op de vlucht slaan
A
prendre la fuite
12
Q
blootsvoets
A
à pieds nus
13
Q
in voorlopige hechtenis
A
en détention préventive
14
Q
genieten van
A
bénéficier de
15
Q
een gevecht
A
une bagarre
16
Q
een verdachte
A
un suspect
17
Q
een voetganger aanrijden
A
percuter un piéton
18
Q
wel degelijk
A
bel et bien
19
Q
pogen
A
tenter
20
Q
op de vlucht slaan
A
prendre la fuite