engels extra glossary: folder 1 Flashcards
een reservaat
a sanctuary
vrij rondzwervend
free-roaming
nadenken over iets
to ponder
een roofdier
a predator
terugtrekken
to recline
stuiptrekken
to twitch
een kreun, een zucht
a groan
lang en dun
lanky
een roedel
a pack
wild
savage
een prooi
a prey
een troep
a pride
een welp
a cub
een ven
a marsh
een peulvrucht
a legume
inzakken, naar binnen zakken
to concave
een kwekerij
a nursery
een omheind stuk
an enclosure
de revalidatie
the rehabilitation
aan stroper
a poacher
een schouw
a mantel
overtroeven
to trump
vee (2)
the livestock/cattle
uitsterven
to go extinct
een kledingstuk
a garment
de geldwaarde
the monetary
een groot aantal
a myriad
de vezels
the fibers
gedijen
to thrive
een prestatie
an accomplishment
gezond
wholesome
een kudde
a herd
nadelig
detrimental
een steur
a sturgeon
afslachten
to butcher
wegkwijnen
to languish
verwaarloosd
dilapidated
zorgen voor het welzijn vh dier
veterinary
een slangenverblijf
a serpentarium
iets of iemand in de gaten houden
to keep tabs on
samenhang
the consistency
de smakelijkheid
the palatability
een hap
a morsel
vervallen
to decay
weggooien
to dispose of
de ingewanden, darmen
the intestines
een pluim voor
kudos
neigingen hebben om te braken
guts and gag reflexes
geschubd
scaly
een route, een weg
an itinerary
een zoöloog
a herpetologist
bekwaam
zijn in iets
to be adept at something
naar buiten schieten
to dart out
een steekwonde
a puncture wound
buitengewoon
excessively
een reanimatie
a resuscitation
een nier
a kidney
verlichten
to ease