nederlands de mythe (goden) Flashcards
1
Q
oppergod
A
zeus, jupiter
2
Q
godin van liefde en schoonheid
A
aphrodite, venus
3
Q
god van licht, geneeskunde en orakel
A
apollo
4
Q
god van de oorlog
A
ares, mars
5
Q
godin van de jacht
A
artemis, diana
6
Q
godin van de wijsheid
A
athena, minerva
7
Q
god van wijn en extase
A
dionysos, bacchus
8
Q
godin van huwelijk en vruchtbaarheid, vrouw van oppergod
A
hera, juno
9
Q
god van de zee
A
poseidon, neptunus
10
Q
god van de onderwereld
A
hades, pluto
11
Q
god vd handel, reizigers, wegen en dieven, ook boodschapper vd goden
A
hermes
12
Q
godin van landbouw en gewassen
A
demeter