frans vocabulaire en route 3 p184-185 Flashcards
een oplaadkabel
une câble de recharge
een camera
une caméra
een hoofdtelefoon
un casque d’écoute
een lader
un chargeur
een toetsenbord
un clavier
een (spel)console
une console (de jeu)
een scherm
un écran
een videospel
un jeu vidéo
een gamecontroller
une manette
een computer
un ordinateur
oortjes
des oreillettes
een smartphone
un smartphone
een muis
une souris
een tablet
une tablette
een muismat
un tapis de souris
een webcam
une webcam
virtueel
virtuel(le)
stoten
cogner
overtuigen
convaincre
roepen, gillen
crier
vernielen
démolir
zich boos maken
se fâcher
valsspelen
tricher
winnen, overwinnen
vaincre
dankzij
grâce à
bij gelegenheid, soms
occasionnellement
met meerderen
à plusieurs
in team, in een ploeg
en équipe
online
en ligne
zen blijven, rustig blijven
rester zen
een leeg moment
un moment creux