BESCHERELLE 6 15-31 Flashcards
regeren
régner
beschermen
protéger
(op)heffen
lever
opstaan
se lever
modelleren, vormen
modeler
vriezen
geler
opbellen, roepen
appeler
heten, noemen
s’appeler
zich herinneren
se rappeler
spellen
épeler
vernieuwen
renouveler
kopen
acheter
terugkopen
racheter
meebrengen
amener
meenemen
emmener
leiden
mener
pellen
peler
wegen
peser
wandelen
se promener
gooien, werpen
jeter
teruggooien
rejeter
doorbladeren
feuilleter
projecteren
projeter
betalen
payer
doen schrikken
effrayer
schrikken
s’effrayer
proberen
essayer
afdrogen, afvegen
essuyer
drukken
appuyer
vervelen
ennuyer
zich vervelen
s’ennuyer
gebruiken
employer
kuisen
nettoyer
verdrinken
se noyer
tutoyeren (jij zeggen)
tutoyer
met u aanspreken
vouvoyer
sturen, verzenden
envoyer
terugsturen
renvoyer
gaan
aller
weggaan
s’en aller