frans vocabulaire en route 4 p280-282 Flashcards
een boete
une amende
een appartement
un appartement
een halte
un arrêt
een jeugdherberg
une auberge de jeunesse
een camping
un camping
een caravan
une caravane
een bed en breakfast
une chambre d’hôtes
een controleur
un contrôleur
een aansluiting
une correspondance
een richting
une direction
een pijl
une flèche
een station (trein)
une gare
een daluur
une heure creuse
een spitsuur
une heure de pointe
een hotel
un hôtel
een reisweg
un itinéraire
een lijn
une ligne
een (vakantie)huis
une maison (de vacances)
een mobilhome
un mobile home
een paneel, een plaat
un panneau
een plan
un plan
een verblijf
un séjour
een station (metro)
une station
een tent
une tente
een eindstation
un terminus
een traject
un trajet
goedkoop
bon marché
duur
cher/chère
efficiënt
efficace
goedkoper
Meilleur marché
afstappen
descendre
opstappen
monter
missen
rater
doorlopen, doorkruisen
traverser
in overtreding zijn
être en fraude