engels voc p291-292 folder 6 Flashcards
1
Q
een beek
A
a creek
2
Q
een vertrek
A
a departure
3
Q
een bestemming
A
a destination
4
Q
wandelen, trekken
A
to hike
5
Q
een kruispunt
A
a crossroads
6
Q
een richting
A
a direction
7
Q
een perron
A
a platform
8
Q
een rondpunt
A
a roundabout
9
Q
een T-kruising
A
a T-junction
10
Q
een verkeerslicht
A
traffic lights
11
Q
oversteken
A
to cross
12
Q
zich begeven naar
A
to head for
13
Q
ergens naartoe gaan
A
to head towards
14
Q
zich bevinden, zich situeren
A
to locate
15
Q
bereiken
A
to reach
16
Q
op iets af gaan
A
to walk up to
17
Q
langs
A
along
18
Q
een kunstwerk
A
an artefact
19
Q
een grot, een spelonk
A
a cavern
20
Q
het gemak
A
a comfort
21
Q
een tentoonstelling
A
an exhibit
22
Q
een reis
A
a journey
23
Q
een regenwoud
A
a rainforest
24
Q
een reis, een tour
A
a tour
25
een vulkaan
a volcano
26
afdalen
to descend
27
verkennen
to explore
28
zich verwonderen
to marvel
29
navigeren, varen
to navigate
30
afkomstig van het Noordpoolgebied
arctic
31
ongelooflijk
incredible
32
adembenemend
jaw-dropping
33
vulkanisch
volcanic
34
overstappen
to hop on over