engels voc p291-292 folder 6 Flashcards
1
Q
een beek
A
a creek
2
Q
een vertrek
A
a departure
3
Q
een bestemming
A
a destination
4
Q
wandelen, trekken
A
to hike
5
Q
een kruispunt
A
a crossroads
6
Q
een richting
A
a direction
7
Q
een perron
A
a platform
8
Q
een rondpunt
A
a roundabout
9
Q
een T-kruising
A
a T-junction
10
Q
een verkeerslicht
A
traffic lights
11
Q
oversteken
A
to cross
12
Q
zich begeven naar
A
to head for
13
Q
ergens naartoe gaan
A
to head towards
14
Q
zich bevinden, zich situeren
A
to locate
15
Q
bereiken
A
to reach