godsdienst : spreekwoorden Flashcards
1
Q
Elk huis heeft zijn kruis
A
In geen enkel gezin komt alleen maar geluk voor
2
Q
De kogel is door de kerk
A
Het is beslist
3
Q
Een heilig boontje zijn
A
Zich buitengewoon braaf voordoen
4
Q
Hij is aan het einde van zijn latijn
A
Hij weet niet meer wat te zeggen of te doen
5
Q
Alsof er een engeltje over je tong piest
A
Iets lekker vinden
6
Q
Uit de biecht klappen
A
Een geheim verraden
7
Q
Hij is helemaal Lazarus
A
Hij is erg dronken
8
Q
Hij is een ongelovige Thomas
A
Iemand die niet gauw overtuigd wordt
9
Q
De kerk in het midden houden
A
Iedereen tevreden houden
10
Q
Advocaat van de duivel spelen
A
Een standpunt verdedigen waar je het niet mee eens bent om discussie uit te lokken/argumenten te testen