9/3-Aristoteles prakt fil/deugden Flashcards
Welke twee soorten deugden onderscheidt Aristoteles?
1) Intellectuele / verstands- / dianoetische deugden;
- kennis/wetenschap (episteme) => theoretisch
- inzicht (nous) => theoretisch
- praktisch verstand (phronesis) => gericht op maken vd juiste keuze bij handelen. Levert geen echte kennis (want die is gerelateerd aan wat onveranderl en alg geldig is). Is redenerend vermogen waardoor mens telkens veranderl en indiv factoren in een sit kan afwegen en de beslissing/handeling kan beinvloeden.
p128
2) Karakterdeugden.
Welk belangrijk verschil tussen A en Plato dient zich aan als het om phronesis gaat?
Plato:
handelen te baseren op kennis vh alg geldige (ook ethische begrippen hebben onveranderl Ideeen als kenobjecten).
Aristoteles:
theoretische/beschouwende vormen van intell deugd hebben hoge esth waarde; voor eud essentieel.
MAAR: de voor handelen relevante intellectuele activiteit is een andere/minder exacte = praktisch verstand. Niet per se via onderwijs over te dragen, maar gewenning en oefening (levenservaring). Dus een jongeling kan goede wiskundige zijn maar niet phronimos.
p128
Waarom gaan karakterdeugden en praktisch verstand hand in hand?
Karakterdeugd = door gewenning/opvoeding gevormde dispositie/instelling v dat vermogen vd ziel dat met handelen en verlangen te maken heeft, om juiste keuzen te maken.
Praktisch verstand is middel om over die keuzen na te denken. Functioneert praktisch als redenerend vermogen dat uitgaat ve id vorm v karakterdeugden reeds bestaande dispositie tot handelen.
Karakterdeugden worden niet ontwikkeld zonder praktisch verstand: ‘disposities tot handelingen die zodanig zijn dat de praktisch verstandige ze zou kiezen’.
p128
Wat is excellentie in karakterdeugden?
Het juiste midden tussen twee extreme disposities, bv
- dapperheid is dispositie tot handelen en midden tussen roekeloos en laf.
- gematigdheid ligt tussen losbandigheid en te geringe aandacht voor lusten.
Er kan niet altijd met mate opgetreden worden; gaat er om dat dispositie niet automatisch een extreme reactie gegeven wordt.
p128
Waarom hebben mensen intellectuele en karakterdeugden nodig vlgs A?
De vermogens om die deugden te ontwikkelen vormen samen ahw de instrumenten of wapenen waarmee de natuur de mens heeft uitgerust. Mens is daarmee compleet, succesvol en gelukkig.
‘Zonder deugd is mens de meest immorele en wilde van alle dieren, de meest losbandig en vraatzuchtige’.
p129
Wat bestudeert Aristoteles in Ethica Nicomachea?
- de deugden
- voor ethiek cruciale begrippen:
- vrije keuze
- morele verantwoordelijkheid (voorwaarden waaronder een handeling aan iemand kan worden toegerekend)
==> mens in verantwoordelijk voor vrijwillige handelingen maar ook voor zijn karakter. - samenvatting v goede leven voor de mens: hoogste en meest verkieslijke menselijke activiteit is contemplatie / theoria (hierin lijkt mens meest op een god; Gr filosofie: mens moet zoveel mogelijk godgelijk proberen te worden). Verstand meest eigene en kostbare vd mensel ziel.
p129
Propageert Aristoteles een vorm van ethisch realisme?
Nee.
- er zijn geen absolute (platoonse) normen.
- phronesis/prakt verstand geen vorm van echte kennis.
Het goede is obj vast te stellen, maar moet van geval tot geval gebeuren, waarbij omstandigheden verdisconteerd moeten worden ==> geen rigide alg normen te geven.
p129
Wat is het goede leven vlgs Aristoteles?
- Niet strikt morele connotatie.
= bloeiend leven, waar je trots op kunt zijn
= er zijn morele deugden (bv rechtvaardigheid), maar ook deugden die meer met verstandig gedrag/succesvol leven (bv megalopsychia/zelfrespect: tussen eigendunk en misplaatste nederigheid in ==> poging om menselijk bestaan op fraaie en evenwichtige wijze vorm te geven).
p130