3-Plato Weg Kennis Waarheid Flashcards
Hoe verklaart Plato dat een mens kennis kan hebben van de Ideeen ondanks dat deze niet zintuigelijk waar te nemen zijn?
Vgl vroedvrouw: helpen om door fil reflectie de reeds in de ziel aanwezige kennis weer tot herinnering brengen.
p47
Vertel over het socratisch gesprek in Meno.
Meno vraagt of deugd te leren is. Meno doet een voorstel voor een definitie, Socrates onderzoekt en bekritiseert nauwkeurig. Wil Meno tot fil onderzoek brengen, dus breuk met overgeleverde opinie vooraf.
Socrates vertelt een mythe: leren is het zich herinneren (anamnesis) van wat men ooit aanschouwd heeft. Inzicht in het algemene wezen komt niet van buitenaf/via zintuigen maar van binnenuit, uit beelden die de ziel bewaard heeft.
Nadat we ons afgewend hebben van oppervlakkigheid en vooroordelen, kan vanuit besef van eigen onwetendheid een fil onderzoek naar kwestie beginnen.
Ware inzicht in de ziel tot bewustzijn laten komen ==> samen nauwgezet onderzoeken en zo precies mogelijk redeneren.
p49
Wat is filosofische maieutiek?
Verloskunde: Socrates’ taak is opwekken en naar buiten brengen van in leerl sluimerende kennis. S wekt de weeen op, de leerl zwanger; ziel staat op punt te bevallen van een inzicht (Thaetetus).
Niet iedere ziel draagt vrucht (Euthyphro). Sommigen nemen Socr hun miskramen kwalijk.
Overeenkomst met Meno: herinneren = zwangerschap/baren. Gezochte kennis is reeds in ziel besloten.
Plato: zo kunnen we kennis verwerven over Ideeen die niet voor zintuigen toegankelijk zijn.
p50
Plato’s kentheorie + onsterfelijkheid vd ziel = hoe eenheid van lich en ziel voor te stellen? Socrates stelt dat wijsbegeerte een oefening in het sterven is. Leg uit.
Phaedo: In welke zin zoekt de ware filosoof de dood en om wat voor dood gaat het?
Dood vlgs Socrates = scheiding van lichaam en ziel = ziel losmaken uit band met het lich.
Lichaam vlgs Socrates = lich aspecten vh menselijk leven (lich genietingen, consumptie, uiterlijk vertoon, goede sier maken). Om ware werkelijkheid op te sporen moet je afzien van lich en weg vh loutere denken volgen.
Lich is voor de filosoof een hindernis, kerker vd ziel.
Socr bedoelt een bestaanswijze, de massa leeft lichamelijk, gaat in op dir lich aanwezigheid in zichtb wereld; geen distantie van gevoelens van smart/genot; passies hebben zonder leiding rede vrij spel
Afstand tot wisselende schijn der dingen die zintuigen laten zien is noodz zodat ziel zich kan richten op zichzelf alleen en op waarheid van elk ding op zichzelf alleen.
Fil leven richt zich op omkering van de blikrichting vd ziel: ipv vereenzelviging met lich bestaan dient ziel afstand te nemen van lich en zich te wenden naar het ware zijnde.
p52
Filosofie als oefening in het sterven (Socrates) moet bezien worden in Plato’s dualistische leer. Wat is dat?
Een fundamentele tweedeling vd werkelijkheid:
1) veranderlijke, zintuigelijk waarneembare realiteit
2) onveranderlijke realiteit van ‘ware zijnde’: wereld der Ideeen, alleen door zuivere denken kenbaar.
Ziel heeft, apart van lich, zonder zintuigen, toegang tot wereld vd Ideeen. Moet zich afwenden v zintuigelijke waarneming (= slechts wisselende verschijningen der dingen en niet hun ware wezen).
p52
Zet Plato’s Ideeenleer uiteen.
Filosofische verantwoording vh socratische gesprek: via vraag/antw zoeken naar alg definities.
Definitie correspondeert met een obj realiteit: idee in Ideeenwereld is altijd constant; = onveranderlijke/OBJ NORM; vaste maatstaf waarmee meningen over/in bep situatie getoetst kunnen worden.
definitie = iets zoals het in essentie is = bestaat in Ideeenwereld (bv rechtvaardigheid, schoonheid).
Idee = volmaakte verwerkelijking v 1 bep eigenschap op zichzelf
==> onveranderlijk; volstrekt aan zichzelf identiek
==> zintuigen leveren geen kennis vd Ideeen (Ideeen apart vd ervaringswereld en van hogere realiteit
Door beoefening vd filosofie kan ziel zich haar ware natuur opnieuw realiseren en contact met Ideeen herstellen. Alleen zo kan ziel tot ware, in onveranderlijke werkelijkheid verankerde kennis komen.
p52
Wat is het verband tussen de door de filosofie nagestreefde omkering vd ziel en Socrates’ opvatting (Meno) dat het verwerven v kennis berust op een oorspronkelijke herinnering?
- Door verbondenheid met lichaam is ziel naar buiten gekeerd, gericht op veelvuldige/wisselvallige verschijnselen
- Streven naar ware kennis vereist dat ziel zich losmaakt vh lichaam en zich omkeert
- Daardoor in zichzelf (alleen denken) werkelijkheid van elk ding te beschouwen.
- Omkering = Plato’s ‘zich herinneren’. Ziel heeft oorspr verwantschap met ware zijnde.
- Verwantschap wordt in fil denken opnieuw geactualiseerd.
p53/215, zelftoets