15/1-Descartes/leven Flashcards
Wat is ‘moderne’ filosofie?
- fil van na de middeleeuwen: breken met wijsgerige traditie vd oudheid en scholastische middeleeuwen.
- empirisme (Hume) vs rationalisme (Descartes). Synthese: Kant (dualistisch). Reactie van Hegel daarop (speculatieve fil).
- grote omwentelingen: feodalisme brokkelt af; economie niet alleen agrarisch meer; steden groter en zelfstandiger; ontdekkingsreizen; burgerij naast trad standen; heliocentrisme; telescoop.
p7
Waarom geldt Galileo als grondlegger vd mod natuurwetenschap?
1) nadruk op kwant aspect vh onderzoek v natuurverschijnselen (dus: wiskunde).
2) systematische toepassing vh experiment als verificatie-methode v hypothesen.
Newton (1643-1727) verwerkelijkte dit programma.
p8
In de Reformatie werd ook wel afstand gedaan van middeleeuws denken, maar wat is het verschil met de moderne natuurwetenschap?
Het grote verschil is dat door de techn ontwikkelingen afgerekend werd met het geloof in autoriteiten, maar zelfstandig onderzoek en vertrouwen op eigen inzicht voorop kwam te staan.
Reformatie en humanisten beriepen zich uiteindelijk toch op oude autoriteiten: Heilige Schrift (R) en klass lit van Rom en Gr (hum).
p8
Leg uit waarom de opkomst vd mod natuurwetenschap doorslaggevend was voor het ontstaan vd mod filosofie.
Descartes:
- inspiratie door natuurwetensch methode en
- zocht fil onderbouwing vd nwe wetenschap.
Descartes en Kant leverden ook zelf wetensch bijdragen.
Descartes en Hume domineerden fil id 17e, resp 18eS.
Kant en Hegel domineerden denken 19e en begin 20eS.
p8
Schets kort het leven van Descartes.
- 1596: geboorte; fin onafhankelijk.
- 1604-14: studie, voorkeur voor wisk. Las ook scepticist De Montaigne’s Essais. Doet ook rechten.
- 1618: naar Nldn, leger. Ontmoet Beeckman, stimuleert toepassingsmogelijkhdn vd wisk id fysica.
- 1619: naar Dtsl, Bohemen. Droomt openbaring v eenheid vd mensel wetenschap..
- 1625: na omzwervingen in Parijs.
- 1629: naar Nldn. Schrijft Discours de la methode, Meditationes de prima philosophia, Principia philosophiae.
- 1641: conflict invloedrijke theologen, werk verboden aan Univ van Leiden en Utr. (1671: ook aan Fr univ’en).
p14
- 1649: onderwijst kon Christina v Zweden in fil en wisk
- 1650: overlijdt.
Wat zag Descartes als zijn roeping?
- oude stelsel integraal vervangen door stelsel iom nwe natuurwetensch bevindingen (nwe leest, tot ontw brengen, fil funderen).
- wisk als uitgangspunt: algebra en meetk combineren (analytische meetkunde).
- project: ontwikkeling ve universele wetensch mbv universele methode.
p14
Descartes heeft zich met fil en wetensch onderzoek bezig gehouden (zie Principia met summa van zijn fil en wetensch denken). Waarom bleek zijn filosofie van blijvende waarde te zijn?
- vele filosofieen zijn stellingnamen tov cartesiaanse filosofie.
- kloof tussen natuurwetensch en geesteswetensch (19eS) zonder deze fil nauwelijks te begrijpen.
D heeft grootste stempel gedrukt op mod denken.
p14
Discours de la methode omvat eigenlijk verschillende delen (discours + 3 essais), maar Discours wordt nu zelfst gelezen. Welke drie kenmerken heeft het Discours?
Project vd universele wetenschap.
1) Bedoeld voor breder publiek dan wetenschappers, geleerden:
- volkstaal
- is niet als traktaat maar als discours bedoeld (vruchtbaarheid vd methode adhv praktijk demonstreren.
- uiteenzetting over licht, hemelverschijnselen, meetkunde kan ook zonder studie begrepen worden.
2) eenvoudige presentatie, maar enorme pretentie:
- oorspr titel noemde ‘universele wetenschap’, ‘hoogste graad v volmaaktheid’.
- claim dat methode zich tot alle soorten van onderwerpen uitstrekt.
Eerste twee kenmerken gemeen met andere baanbrekende en spraakmakende wetenschappers/filosofen: onafh denkers, ‘buitenschools’.
3) spanning eenvoud en pretentie blijkt ook uit ik-vorm: lijkt bescheiden autobiografisch maar is zelfbewust manifest vh mod denken.
Discours is pleidooi voor onafh en niet-vooringenomen onderzoek naar ware en zekere kennis id fil en wetenschap.
p16
Beschrijf kort de onderwerpen van de zes delen van Discours.
1 - ontevredenheid over zijn onderwijs, beh wisk.
2 - vertrouwt alleen nog op eigen ervaringen en inzichten. Methode met vier regels. Spreekt hoop uit methode ook op andere wetenschappen te kunnen toepassen (ideaal ve univ wetensch met een univ methode)
3 - Voorlopige moraal: gedragsregels om maatsch bestaan voort te kunnen zetten, zonder vrijheid voor onderzoek aan te tasten.
4 - Beschrijving methodische twijfel, uitmondend in fundamentele zekerheid (ik denk dus ik ben. Denkende substantie is wezenlijk anders dan uitgebreide substantie (lichaam) en is onafh v iets stoffelijks. Uit onbetwijfelbare zekerheden bestaan van God kunnen afleiden.
5 - mechanicisme, vloeit voort uit dualisme lich/ziel. Mensel lich qua functie niet anders dan dierl lich. Mens verschilt slechts met bewustzijn of rede, die zetelen in ziel (denkende substantie).
6 - grote verwachtingen vd toek ontwikkeling v zijn wetenschap en mn v nut ervan. Voorziet voll beheersing natuur en ontwikk geneeskunde (uitbannen ziekten en verval van ouderdom).
p17