10/4-Aristoteles/interpretatie Flashcards
Waarom was Aristoteles een common-sense filosoof?
Aansluiten bij gezond verstand:
- benadering vd ethiek: verdisconteren gangbare opvattingen v mensen over goede leven
- ontologie: geen beroep op een zich ad dglse ervaring onttrekkende hogere realiteit
- fysica: verschijnselen als uitgangspunt. Verklaren van beweging en verandering met beroep op begrippenapparaat (vier oorzaken; potentie; actualiteit) dat verschijnselen uit dglse ervaring niet te boven gaat.
Echter: fysica (achteraf) naief, gaat weinig boven de verschijnselen uit.
p144
Welke twee kenmerken van het aristotelische wereldbeeld zijn de belangrijkste?
1) Common sense
2) Het kwalitatieve als voornaamste verklaringsfactor.
p145
Waarom had Aristoteles weinig aandacht voor wiskunde?
De belangrijkste verklarende factor was vlgs A de kwalitatieve:
- dingen in wereld zijn wat ze zijn dankzij immanente vorm (essentie).
- essentie van dingen heeft vorm van kwalitatief karakter.
- kwantitatieve eigenschappen van substanties zijn accidenteel/niet-essentieel.
Verklarende factoren voor zijn/veranderen van substanties vindt arist hylemorfisme alleen in materie en immanente vorm.
==> mathematisering natuurwetenschappen in 17eS was emancipatie uit arist traditie.
p145
Wat was het neoplatonisme?
4e-6eS nC.
Overeenkomsten / compatibility tussen A en P benadrukken.
Streven om systematiserende interpretatie v Plato, waarbij vrijelijk elementen uit Aristoteles geincorporeerd (meestal: A’s visie op zintuigelijk waarneemb werkelijkheid (fysica) gecombineerd met platoonse metafysische ‘bovenbouw’ + Ideeenleer.
p145
Door de ineenstorting vh W-Romeinse rijk in 5eS ging de kennis van Grieks verloren. In O-Rom rijk werd in 529 onderwijs in heidense filosofie verboden. Hoe is aristotelisme weer in Europa tot bloei gekomen?
Griekse geleerden en filosofen gingen naar oosten, waar rijke traditie van vertalingen en commentaren op arist traditie ontstond. In late middeleeuwen via middeleeuwse islamitische traditie weer naar Latijnse Westen.
Vertalingen naar Latijn.
Vanaf 12eS sterke hernieuwde opbloei van arist.
Vormde in sterk gesystematiseerde vorm basis van filosofische en wetenschappelijke denken.
p146
Beschrijf de verschillende benaderingen van A’s filosofie door de eeuwen heen.
- filosofie op 1 lijn krijgen met platonisme, christendom, islam.
- twee benaderingen: meer analytische en meer systematiserende.
- tendens om systematiserende te benadrukken (samenvattingen systeem; systematiserende commentaren); kenmerkend voor antieke en middeleeuwse traditie, ook renaissance en onderwijs arist fil aan universiteiten 17eS.
Tegenwoordig:
- Jaeger: overgeleverd werk is lappendeken, en dus doorbreking eenheidsbeeld arist filosofie.
- Mod onderzoek besteedt aandacht aan dialectische methode, dus nadruk op tasten en zoeken in denken.
- Richtingenstrijd: neothomisme (accentueren samenh en eenheid A’s filosofie) vd analytische wijsbegeerte (fil is discipline die kritische analyse v problemen en verhelderen van vraagstellingen mogelijk maakt. Geen pasklare antwoorden).
NB: er is geen arist school meer dus ruimte om eigene van oorspr Aristoteles te onderkennen.