13/4-mens&zijnuniversum/nat werkelijkh Flashcards
Is de mens onderdeel vd fysieke wereld of heeft hij een bijzondere plaats in het materiele universum? Volgens klass denkers? Vlgs chr denken?
In beide gevallen een bijz plek:
- Gr denkers (Aristoteles): mens als enige begiftigd met intellect.
- Chr denkers: ook speciale positie.
p188
Wat is het verschil tussen klass denkers en chri denkers tav de oorsprong vd natuurl werkelijkheid?
- Klass denkers: natuurl werkelijkh geen probleem; schepping bestaat niet.
- Middeleeuwse denkers: natuurl werkelijkh geschapen en afh van God. Versch interpretaties door meer nadruk op eigen zelfstandigh vh geschapene of op almachtigh vd schepper.
==> door introductie concept schepping is visie op natuur ingrijpend veranderd in vgl met klass denkers.
p188
Hoe beschrijft Aristoteles de evolutie van de mensel cultuur? En Plato?
Aristoteles:
1 - Voorzien in dageljkse behoeften
2 - Materiele wereld veranderen mbv techniek
3 - Eigen wereld opbouwen = resultaat van hun inspanning en talent.
4 - Is ook uitdrukking ve esthetisch idee van schoonheid.
==> Mens creeert universum dat overeenkomt met zijn idee v schoonheid; kunstwerk reproduceert het teleologisch elan vd natuur.
Plato:
- zintuigel waarneembare wereld is imitatie vd superieure, immateriele en onveranderl realiteit v transcendente Ideeen.
* ware werkelijkheid of
* schaduw/afbeelding daarvan.
Kunstwerken zijn reproducties vd zintuigel waarneemb wereld (laag in rangorde v zijnswijzen).
p188
Geef een verklaring waarom klassieke kunst wordt gekenmerkt door harmonie, proportie en maat.
Kosmos = fysieke wereld.
Term is ouder dan filosofen; spreektaal Grieken:
Kosmos = sieraad; moois met juiste verhoudingen en welomlijnde vormen. Beschrijft hun natuurl houding tov wonder der natuur.
Aristoteles: mensen leven comfortabel in een ondergrondse woning; plotseling komen ze ah aardoppervlak; prachtig schouwspel dat ze aan bestaan van goden en universum als werk van godenhand toeschrijven.
==> in artistieke creaties zelfde ideaal v harmonie, proportie en volmaaktheid willen bereiken als ordening die ook kosmos kenmerkt.
p189
Er zijn verschillende klassieke opvattingen over de aard van de ordening vd kosmos. Beschrijf.
- Heraclitus: ordening komt voort uit logos (mathematisch) die onderliggende orde en harmonie waarborgt.
- Stoici: ordening komt voort uit logos spermatikos (biol aspect; redelijk beginsel dat in kiem alle elementen vd volgende ontwikk bevat)
- Pythagoras: ordening is van numerieke aard (getallen zijn de grond der dingen; num verhoudingen = alles is proportie en harmonie).
Beinvloedde Ideeenleer van Plato. - Vanaf Plotinus (203-270 nC): Radicale verandering: alleen hoogste wezen/God is grenzenloos volmaakt. Augustinus geeft deze gedachte door aan middeleeuwse denkers.
p190
‘Toeval’ is een netelig onderwerp, in een kosmos die harmonieus en volmaakt geordend is, immers bron van wanorde, onbepaaldheid en onvoorspelbaarheid. Hoe gingen denkers daar mee om?
- Atomisten + Epicurus weken af van meeste klass denkers: oorsprong en evolutie vh universum door toeval. Geen doeloorzakelijkheid of handeling hoogste beginsel. Niet onmogelijk dat ongeordende beweging v atomen toevallig geordende keten vormen.
- Aristoteles: tegen deze theorie want universele teleologie, maar verwierp idee v toeval niet. Niet alle verschijnselen in natuur verlopen niet met perfecte regelmaat. Soms wordt doel niet bereikt want vorm is niet in geslaag de weerstand vd materie te overwinnen. Uitzondering bevestigt de regel. Ook toeval heeft een (onbepaalde en incidentele) oorzaak.
- Middeleeuwse denkers: vanuit schepping en godd voorzienigheid. Niets gebeurt toevallig en buiten godd gezag om. Geen eenduidigheid of natuur gepredestineerd is.
Th v Aquino: onderscheid tussen toeval en noodzakelijkh is niet van toepassing op Gods handelen. Gods wil gaat vooraf aan onderscheid noodz/toeval.
p191