16/3-Descartes/regels meth Flashcards

1
Q

Bezit van verstand was 1 ding, maar gebruik ervan moest goed zijn. Daarvoor moest te werk gegaan worden vlgs een geschikte methode. Daarvoor stelde Descartes 4 regels op. Beschrijf.

A

1) Evidentie (klaarblijkelijkheid) en intuitie (inzicht). Belangrijkste en minst vaag.
2) Analyse (ontleding/verdeling);
3) Synthese (samenstelling) of deductie (afleiding) of orde;
4) Enumeratie (opsomming).

ad 1) Belangrijkste is evidentie (helderheid & welonderscheidenheid). Wordt later waarheidscriterium.

ad 2 en 3) Bij een ingewikkeld probleem twee wegen bewandelen:
a - probleem in hanteerbare, intuitief bevattelijke elementen ontleden (analyse/resolutie). Weg van het vinden (via inveniendi: orde vlgs welke wij elementen ontdekken). Nieuwe waarheden/kennis vinden; vollediger begrip/inzicht vinden. Moeilijke, inspannende weg.
b - geheel op inzichtelijke wijze reconstrueren (synthese/compositie). Weg van het onderwijzen (via docendi; orde vlgs welke wij samenhang vd elementen uiteenzetten). Gevonden waarheden nog ns op n rijtje zetten, door laatst gevonden (elem bestanddelen en fund beginselen) het eerst uiteengezet. Dan kennis opnieuw opgebouwd, zo dat structuur transparant is en samenhangen glashelder (bv euclidische meetkunde). (More geometrico inspireerde Spinoza tot Ethica - streng volgehouden weg vh onderwijzen)

ad 4) Reeks intuities (logische voortvloeiing van derde regel) van elementaire inhouden of waarheden kan niet in 1 enkele intuitie gevat worden, maar mbv geheugen, dus her-inneren (mbv voll opsommingen en alg overzichten voor de geest halen vd elementen).

p36

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaraan zou ware kennis vlgs Descartes moeten voldoen?

A

1- gebaseerd op inzicht (intuitie; verstandelijk zien. Ware kennis is aangelegenheid vh verstand).
2- gebaseerd op eigen inzicht (inzicht v anderen is onmondig navolgen autoriteiten).
3- evident zijn (inhoud; datgene dat door verstand wordt gezien moet klaarblijkelijk zijn).
4- vrij van overhaasting zijn (voorwaarde).
5- vrij van vooroordelen zijn (voorwaarde).
6- helder zijn (explicatie v evident).
7- welonderscheiden zijn (explicatie v evident).
8- onbetwijfelbaar zijn (explicatie v helder en welonderscheiden).

Kunnen niet los van elkaar begrepen worden.

Descartes noemt ze allemaal als hij intuitie (intueri/zien) omschrijft:
- voorstelling ve verstand dat zuiver (vrij van vooringenomenheid) en aandachtig (vrij van overhaasting);
- voorstelling die zo gemakkelijk en welonderscheiden is dat geen twijfel over datgene wat men er door begrijpt.
=> voorstelling die geen ruimte voor twijfel laat, van een zuiver en aandachtig verstand, voorkomend uit enkele licht vd rede.

p37

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly