2/2-Socrates Flashcards

1
Q

Waarom werd Socrates veroordeeld en wat vond Plato daarvan?

A

Tegen S was een aanklacht ingediend, omdat hij de jeugd zou bederven en de staatsgoden niet vereerde; de heersende klasse was ontstemd. Maar S was ook zondebok in pol crisis. S wees beschuldiging van de hand en verdedigde zijn levenswijze (door Plato verwerkt in zijn Apologie). P vond dat zichtbaar werd:
- ideaal ve door de fil geleid leven
vs
- op macht en eigenbelang gebaseerde politiek vd heersers.

Apologie: is fil geschrift. De fil zelf staat terecht en verdedigt zich tegen Ath bevolking dit fil wil uitbannen.

p41

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bedoelt Socrates met zorg voor de ziel?

A
  • Zorgvuldig en kritisch nadenken
  • Zich bekommeren om inzicht in wel een goede en juiste manier van leven is

Ziel =
- datgene van waaruit de mens leeft, als redelijk wezen

  • aandacht voor de ziel is streven naar redelijke verantwoording en vervolmaking vd eigen levenswijze
  • verwaarlozing vd ziel: je wordt slechter en je leeft onder je status als mens (= geleid door uiterlijke schijn en opinie vd massa)
  • zorg voor de ziel = het fil streven naar inzicht en waarheid. S dwong gesprekspartners tot verantwoording van hun morele waarden en opvattingen.

p41

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarop beriep Socrates zich, om zijn fil overtuigingen uit te dragen?

A

Op een goddelijke opdracht; geen duidelijk identificeerbare godheid, maar een hogere instantie die boven trad moraal en pol gezag uitstijgt. Daarom voelde hij zich verplicht een kritisch onderzoek in te stellen naar geldende morele en pol opvattingen.

p43

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke betekenis heeft ‘Deugd’ bij Plato/in Griekse zin?

A

Goed-zijn of de iets of iemand passende kwaliteit hebben. Ook mens-zijn heeft een eigen deugd.
Voor Plato:
- juiste verhoudingen tussen mensen in de samenleving (rechtvaardigheid);
- verhouding van mens tot zijn lich begeerten (matigheid, zelfbeheersing);
- verhouding van mensen tot de goden (vroomheid).

p43

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er in een socratisch gesprek?

A

Socrates vraagt naar het algemene, naar gelijkblijvende kenmerken op grond waarvan een bijzondere handelingswijze bijv vroom is en zodanig beoordeeld kan worden.
Een vergelijking van handelswijzen (zelfs van goden) leidt niet tot inzicht in de essentie van ic het vrome.
S wil het gelijkblijvende wezen vh vrome achterhalen.

Alleen inzicht in het wezen van vroomheid laat zich verantwoorden waarom een bijzondere handeling wel/niet vroom is.

p45

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly