8/4-Aristoteles theor fil/wereldbeeld Flashcards

1
Q

Uit welke elementen bestaat de kosmos? Hoe bewegen die elementen? Welke rol is weggelegd voor Aristoteles’ God?

A

Kosmos is eeuwig maar ruimtelijk begrensd; is bol met aarde ih midden. Daar omheen hemellichamen (maan, planeten, sterren, zon) die concentrische schillen/sferen vormen.

  • buitenste: vaste sterren
  • binnenste: aarde/ondermaanse.

Ondermaanse: alles is opgebouwd uit vier elementen:
- water
- aarde
- lucht
- vuur
Vormen samen materie voor alle verdere substanties.
Bovenmaanse (hemellichamen) hebben vijfde element: ether (puurder).

p116

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ONDERMAANSE
Substantiele verandering vindt alleen in het ondermaanse plaats. Hemellichamen zijn eeuwige substanties, maar bewegen wel. In gehele kosmos vindt beweging plaats. Hoe verklaart Aristoteles dat (beweging moet immers altijd verklaard worden/oorzaak hebben)?

A

In ondermaanse twee vormen van beweging:

  • gedwongen beweging (altijd bewegingsoorzaak buiten bewegende object zelf)
  • natuurlijke beweging vd elementen. Rechtlijnig:
  • aarde, water, zware elementen bewegen naar beneden = centrum vd kosmos;
  • lucht, vuur, lichte elementen: naar boven/periferie.

Komt door doeloorzaak: streven v elementen om op natuurlijke plaats te komen.

p116

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

BOVENMAANSE

Beschrijf het bovenmaanse.

A
  • uitsluitend natuurlijke beweging in cirkelbeweging/rotatie (planeten/dwaalsterren spiraalvormig)
  • buitenste sfeer (vaste sterren): eeuwige perfecte rotatie.
  • oorzaak hiervan is niet streven naar natuurlijke plaats zijn, want sfeer v vaste sterren roteert om haar as en verandert niet van plaats.
  • Toch: doeloorzaak (vgl natuurlijke beweging in ondermaanse). Doel dat nooit bereikt wordt (immers eeuwige beweging). Logisch: doeloorzaak ligt buiten vaste sterren zelf. OOK: doel dat niet meer door ander doel bewogen wordt (oneindigheid is absurd vlgs A). Dus geen potentialiteit voor beweging meer hebben en dus pure actualiteit zijn (impliceert: pure vorm zijn, zonder materie - materie = principe v potentialiteit).

p118

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beschrijft Aristoteles God?

A

Als Eerste Onbewogen Beweger = pure actualiteit/vorm. Hoogste zijnde.
Is denkend intellect (nous), met als object van denken het hoogste dat er is: zichzelf.
Is inhoudelijk bepaald als puur denken dat zichzelf denkt.
God bemoeit zich niet met kosmos; is doeloorzaak. Beweegt buitenste sfeer door te zijn en zodanig als doeloorzaak te fungeren (‘beweegt door een object van liefde te zijn’).

Eeuwig gelijkblijvende perfect cirkelbeweging v buitenste hemelsfeer in kosmos is

  • liefde voor/streving naar
  • de zichzelf denkende God die pure actualiteit is.

De Anima: alles streeft naar het goddelijke en vervult zijn natuurlijke functies met dat voor ogen.

p118

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke kritische opmerking wordt over de teleologie gemaakt doro de auteur?

A

A kan eenheid van kosmos benadrukken: teleologie doordringt alles.

MAAR: teleologie in ondermaanse betrekkelijk gebrekkig (in vergelijking met buitenste hemelssfeer). Natuur doet niets zonder reden, maar er gaan in ondermaanse nogal eens wat mis/wanordelijk.

p118

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly