16/4-Descartes/univ wetensch Flashcards
Op welke scholastieke opvatting had Descartes vooral kritiek en waarom?
Elke wetenschap is een aparte en betrekkelijk autonome discipline waarvan de methode bepaald wordt door het object.
D: dat is verstrooiing vd wetensch kennis en doet geen recht aan innerlijke eenheid en volkomenheid vd mensel kennis.
Om eenheid vd wetenschappen te achterhalen moet deze va kant vd wetenschappen benaderd worden (niet va object zelf).
Instrument vd wetenschap is verstand (= geest, onstoffelijk, enkelvoudig, werkt steeds op dezelfde manier). Hoe meer waarheden het verstand ontdekt, hoe gemakkelijker het in staat zal zijn om andere waarheden te vinden.
Vgl zonlicht: mensel wetenschap verandert net zo min door verscheidenheid vd objecten waarover het haar licht laat schijnen (verstand = lumen naturale). ‘Zien’ van het verstand = intuitie.
p40
Waarom trof Descartes in wiskunde zijn inspiratiebron?
- helderheid en zekerheid vd redeneringen.
- stevigheid vd grondslagen (euclidische meetkunde immers al 18 eeuwen onaangetast).
- vrij van twijfelachtigheden, waarschijnlijkheden, dwalingen en meningsverschillen.
- toegenomen toepassingsmogelijkheden (Galilei, Copernicus, Kepler).
Maar:
- vond dat wisk in zijn tijd onderbenut werd: weinig verheven toepassingen.
Dus:
- wilde mathesis universalis ontwikkelen: orde en maat (orde/mensura) vinden in alle dingen waarin kwantiteiten en verhoudingen daartussen gevonden kunnen worden.
- uiteenlopende wetenschappen herleiden tot 1 enkele wetenschap en 1 enkele methode. Startte met analytische meetkunde (= algebra en meetk).
- universele wetenschap moest zijn: alle menselijke kennis geordend tot samenhangend, op onwrikbare beginselen gefundeerd geheel, dat geordend en samenhangend is.
- ordelijk denken onmisbaar om probleem volkomen doorzichtig te krijgen en te laten rusten op zekerheid van voorafgaande inzichten.
p42
Wat is vlgs Descartes de rol vd filosofie bij de universele wetenschap?
Het vinden vd meest fundamentele beginselen. Totale filosofie is een organisch geheel (vgl boom):
- gehele fil is boom
- wortels = metafysica
- stam = fysica
- takken = andere wetenschappen (3 voornaamste: medische wetensch, mechanica en moraal).
Vruchten kunnen niet van stam of wortels geplukt worden: gebruik filosofie is afhankelijk vd onderdelen die pas in laatste plaats geleerd kunnen worden.
p43
Wat zijn de drie belangrijkste kenmerken vd wetenschapsopvatting van Descartes?
1 - Versch wetenschappen zijn onderdelen v 1 univ wetenschap.
2 - Univ wetenschap heeft fundament in metafysica (1e filosofie; ic niet de dingen die in werkelijkh het eerste zijn maar in het mensel kennen eerste zijn. D zoekt fundament mensel kennis, wetensch. Tegenw niet meer weg te denken: metafysica onlosmakelijk verbonden met vraag naar mogelijkh v ware en zekere kennis - Kant).
3 - Deze wetensch moet vruchten afwerpen en nuttig zijn voor het leven.
p43
Welke stadia doorliep Descartes op zijn zoektocht naar onbetwijfelbare kennis?
- schoolopleiding
- boek der wereld
- zelfstandig denken en oordelen.
p45/277 zelftoets1
Wat zijn belangrijkste kenmerken van zekere kennis?
- evident (helder en welonderscheiden).
- hangt op ordelijke wijze samen.
- ordelijke samenhang van heldere en welonderscheiden kennis berust op onwrikbaar fundament.
- kennis wordt tot stand gebracht door verstand en niks anders.
p45/277 zelftoets2
Welke wetenschap staat model voor zekere kennis en waarom?
De wiskunde, vanwege
- het zekere en vanzelfsprekende van haar redeneringen.
- strengheid en onwrikbaarheid v haar fundering.
p45/277 zelftoets3
Welke wetenschap verschaft in feite zekere kennis?
De fundamentele intuities waarop alle andere wetenschappen steunen, moeten gevonden worden id filosofie.
Ic ‘eerste filosofie’/metafysica (sinds Aristoteles meest alg en fundamentele v alle wetenschappen).
Itt arist traditie is bij D metafysica/eerste filosofie niet langer wetenschap der dingen die in werkelijkheid eerste zijn, maar dingen die in mensel kennen het eerste zijn
Gaat dus niet om vinden vd grond/fundament vd werkelijkheid maar om vinden vh fundament voor de wetenschap.
p45/277 zelftoets4