9/1-Aristoteles prakt fil/psych Flashcards
Uit welke onderdelen bestaat de praktische fil van A?
- ethiek
- economie/oeconomica
- politieke filosofie
p121
Hoe hangen ethiek en politiek samen?
- Ethiek tracht te bepalen waarin voor de mens als indiv het goede leven ligt.
- Politieke fil: hoe goede leven in staatsverband gerealiseerd kan worden.
‘Goede leven’ =
- moreel goed leven +
- fraai, bloeiend, geslaagd leven.
==> antieke Griekse ethiek: geen aparte conceptie vh morele. Opgenomen in ruimer verband v beschouwingen over het goede leven.
p121
Wat wordt bedoeld met het begrip eudaimonia?
- meestal vertaald met ‘geluk’.
- obj lading: ‘een goede beschermgod hebben’
==> het gaat de betrokkene in alle opzichten goed.
p121
Wat wordt bedoeld met het begrip arete?
- meestal vertaald als ‘deugd’.
- als in ‘voortreffelijkheid’: ding/persoon vervult functie op voortreffelijke wijze (Aristoteles!)
p121
Aristoteles scheidde de onderdelen vd filosofie strikt. Kun je bij bestudering vd de prakt fil de theor fil links laten liggen?
Nee, in Ethica Nicomachea zegt A dat ethiek en pol filosofie niet zonder kennis vd psychologie kan.
- Want mensbeeld speelt mee.
- Dat is geworteld in psych.
p122
PSYCH
Waarom valt psychologie bij A onder fysica?
Fysica is levenloze en levende natuur. Levende natuur heeft ziel/psyche.
Ziel = levensbeginsel/levensadem (niet-materieel). Planten, dieren, mensen hebben ziel.
p122
PSYCH
Wat moet een goede psychologische theorie doen?
Rekening houden met het phainomenon dat ziel beginsel v leven is; ziel is onderscheidend kenmerk van wat leeft.
p123
PSCH
Waarom verwerpt A Plato’s definitie van ziel?
Plato: ziel is opzichzelfstaand, onlichamelijk, onsterfelijk dat tijdelijk in sterfelijk lich plaats neemt.
Aristoteles: Plato verklaart niet waarom en hoe ziel en lich verbintenis aangaan. Ziel is functie die specifiek is voor het soort lichamen waarvan zij de ziel is. Lich en ziel onlosmakelijk geheel.
p123
PSYCH
A verklaart bezielde en onbezielde substanties op dezelfde wijze. Hoe?
- Samenstel van vorm en materie;
- Waarbij ziel de specifieke vorm is ve levend wezen als levend wezen
- Levende wezens functioneren op bep georganiseerde wijze = ‘leven’ en dus aanwezigh ziel.
- In levende wezens immanente vorm (ziel) die ze maakt tot wat ze zijn (nl georganiseerd functionerend en dus levend).
- Ziel is identiek aan de functie v dat levend wezen: dynamsiche levensfunctie.
p123
PSYCH
Is de ziel onsterfelijk vlgs Aristoteles?
Nee, is onmogelijk. Ziel geeft per definitie leven. Geen leven = geen ziel, blijft niet in aparte vorm bestaan.
Mogelijk bedoelde hij een uitzondering voor hoogste ps vermogen: intellect/nous, maar onduidelijk.
p124
PSYCH
Wat bedoelde A met entelecheia?
Ziel is (als vorm) actualisering ve potentie = voleinding/entelechie
- Ziel is eerste entelechie van wat in potentie leven bezit:
- 1e entelechie: ziel is aanwezig maar hoeft niet te betekenen dat alle met leven verbonden functies feitelijk uitgevoerd worden.
- ziel als 1e entelechie verantwoordelijk voor een aant vermogens
- 2e entelechie: al of niet activeren van die vermogens.
p124
PSYCH
De tweede entelechie kan vermogens vd ziel activeren. Welke vermogens onderscheidt A?
1 - vermogen tot zelfopvoeding en voortplanting 2 - waarnemingsvermogen 3 - vermogen om verlangens te hebben 4 - vermogen tot bewegen 5 - voorstellingsvermogen (phantasia) 6 - intellect (nous)
Planten: alleen 1
Dieren: in elk geval ook 2
Rest vermogens wisselend verdeeld
Mens: enige die nous bezit.
Levende wezens functioneren niet zomaar maar vlgs v nature gegeven plan.
Mens: functioneren zoals bedoeld = moet al zijn psych vermogens ontwikkelen = 1e entelechie omzetten in 2e entelechie, mn intellec, pas dan een Mens. In deze notie van zelfontplooiing zoekt A’s ethiek aansluiting.
p124