12/1-Hellen-Romeins/Achtergr Flashcards

1
Q

Welke scholen kwamen voor en welke was de belangrijkste?

A

Belangrijkste: stoische

  • epicurische
  • cynische
  • sceptische

p157

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vat kort de geschiedenis samen van de Griekse cultuur na de dood van Alexander de Grote (321 vC).

A
  • Rijk viel politiek uiteen, maar had cultureel een zekere eenheid.
  • Steden hadden Gr signatuur (bestuur, wetgeving, godsdienst, Gr immigranten, gymnasia, theaters, tempels).
  • Sterkere invloed in nwe steden (bv Alexandrie).
  • In oude steden (bv Susa, Thebe, Babylon) naast Gr vernieuwing ook oorspr orientaalse cultuur: hellenisme.
  • Athene + andere centra geestel leven: intellectueel centrum.
  • Alexandrie (Egypte): wetenschappelijk centrum (Mouseion, 300 vC: academie wetensch/filosofie; bibl, geleerden als Aristarchus, Euclides, Archimedes, Erastothenes).

p158

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kenmerkt het hellenisme?

A

Duurde van dood Alexander de Grote (321 vC) tot zelfmoord Cleopatra na overwinning Augustus bij Actium (31 vC). Dan begint Rom verovering vd Griekse en hellenistische gebieden + opbouw Rom rijk (waarin Gr invloed op Rom cultuur groot was: architectuur, kunst, godsdienst, lit en fil).

Hellenisme:

  • vermenging van Griekse en oosterse elementen.
  • kosmopolitisme: wereld groter dan eigen polis; mens meer wereldburger.

p158

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor welke aspecten had de filosofie in de Romeinse cultuur mn belangstelling?

A
  • ethiek
  • filosofie vd levenskunst.

p159

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly