13/1-mens&zijnuniversum/van klass naar chr Flashcards

1
Q

Het klass gedachtengoed kon niet zonder meer door middeleeuwse denkers overgenomen worden. Wie waren dat en waarom was die bijstelling nodig?

A

Grondige adaptatie en omwerking was nodig omdat vele (heidense) facetten onverenigbaar waren met geloofsopvattingen van chr denkers.

  • conflict klass en chr wereldbeeld.
  • tijd en geschiedenis
  • verhouding God/mens
  • lotbepaaldheid
  • sterfelijkheid
  • ea

Belangrijkste:

  • Augustinus (354-430): ‘Plato + christendom’
  • Thomas van Aquino (1225-1274): Aristoteles belangrijk.

p177

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In het middelpunt van het leven vd middeleeuwer staat de Bijbel; fil is ondergeschikt. Toch zijn er twee belangrijke klassieke erfenissen. Welke?

A

1) Fil traditie van redelijke argumentatie als bruikb instrument om niet-christenen te overtuigen (rede; fides quarens intellectum - geloof op zoek naar inzicht (Anselmus) en vijf godsbewijzen van Aquino).

2) Inhoudelijk veel ontleend aan klass filosofie. Problemen daarbij:
- godsbeeld
- Grieken: tijd & materie hebben altijd bestaan
- Plato’s pre-existente ziel
- Aristoteles interne moraliteit.

p179

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stond in de synthese tussen geloof en rede de wijsheid vd Gr filosofie voorop of het chr geloof?

A

Geloof stond voorop: ware kennis kon vlgs Augustinus niet zonder licht v Gods waarheid bereikt worden.

Rede moet zich openstellen voor openbaring van geloof (credo ut intelligam: ik geloof opdat ik moge begrijpen).

p179

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VROEGE CHR DENKERS

Jaeger betoogt dat paideia cruciaal was in eerste eeuwen vh christendom. Waarom?

A
  • chr kon zich verspreiden omdat omringende wereld was verenigd door Gr/hell beschaving/taal (NT geschreven in Grieks en bevat citaten uit Gr poezie).
  • Paus Clement (1eS) verwijst naar paideia van God en paideia van Christus. Dus gebruik van paid in (Gr) betekenis v opvoeding, maar dan christelijke.

p180

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

VROEG CHR DENKERS

Som een aantal pogingen om de Gr-Rom traditie en het christendom theoretisch met elkaar te verzoenen, op.

A
  • Clement van Alexandrie (150-215 nC) + leerl Origen. Jaeger: vereniging twee universele systemen (Gr cultuur + chr kerk) in Alexandrijnse theologie. Deze synthese draaide om paideia.
  • Kerkvaders (Ambrosius, Hieronymus, Augustinus) halen graag Vergilius en Horatius aan en beschouwden Cicero als grote inspiratiebron.
  • Boethius (524; laatste Romein en eerste scholasticus).

p180

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AUGUSTINUS

Welke drie verschillen zijn er tussen de filosofie van Augustinus en die van Plato?

A

A bouwt voor op P en neoplatonisme:

  • scherp onderscheid tussen wereld vd Ideeen en zintuigelijke wereld; waarheid en meningen; wezenlijke en veranderlijke.
  • onderscheid tussen ziel en lich; onsterfelijke ziel ver boven vergankelijk lich.

MAAR:
1)
- P: rol demiurg heeft orde gebracht in chaotische materie, niet wereld uit niets geschapen.
- A: wereld uit niets geschapen + God deed dit adhv Ideeen in zijn geest => A situeert P’s Ideeen in Gods geest, waar ze actief het wereldgebeuren leiden.
- A: mensel geest is beeld v God, wat ziel geschikt maakt om verbinding te zijn tussen wereld v verschijnselen en eeuwige waarheid God, die verschijnselen te boven gaat.

2)

  • A: God en ziel veel persoonlijker voorgesteld (persoonlijkheden Vader, Zoon, Heilige Geest en voortd bij schepping betrokken)
  • dus meer nadruk op intieme persoonl ervaring vd eigen ziel.
  • P’s wereldziel heeft geen pendant in A’s fil.

3)
-Illuminatieleer: mens kan niet op eigen kracht tot kennis komen (rede moet zich openstellen voor openbaring vh geloof).

p181

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

TH V AQUINO
In de late middeleeuwen zoekt Th van Aquino naar de verbinding vd empirisch gerichte fil van Arist met platoons-chr fil. Hoe lukte hem dat?

A

Scholastieke methode: in kloosterscholen werd gedebatteerd over juiste interpretatie v gezaghebbende teksten dmv

  • stellen van kritische vragen.
  • innemen stellingen, argumenten ontleend aan gezaghebbende autoriteiten.

p182

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

TH V AQUINO
Het hoogtepunt vd scholastiek was herontdekking aristotelisme (13eS). Hoe werd getracht de tegenstrijdigheden tussen aristotelisme en platoons-chr denken te overbruggen?

A
  • rede en geloof liggen in elkaars verlengde, net als natuur en genade.
  • geen kloof tussen God en wereld.
  • sommige geloofsdogma’s buiten sfeer van rat bewijsvoering (wereld is uit niets ontstaan).

Thomistische wijsbegeerte is synthese van

  • chr leer met
  • (neo)platonisme,
  • augustinisme,
  • aristotelisme (empirisme, logica, categorieenleer, teleologie, ethiek, pol leer),
  • elementen uit isl en joodse filosofieen.

p182

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TH V AQUINO

Welke verschillen zijn er met opvattingen van Aristoteles?

A
  • Eerste Onbewogen Beweger (goddelijk denken dat zichzelf denkt) in tegenspraak met God die alles geschapen heeft en bij zijn schepping betrokken blijft.
  • A’s ziel is levensfunctie vh lichaam en kan niet zonder lich bestaan. Th: ziel bestaat voort na dood en keert terug naar God.

p182

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ATHENE & JERUSALEM

Noem een aantal raakvlakken tussen het klass denken en het christendom.

A

Gelukt om tot synthesen te komen:
- Mensbeeld: eenzelfde streven naar vervolmaking (Augustinus: mens heeft godd vermogens nog in zich; Jezus’ Bergrede: estote perfecti = volmaakt zijn van lich en geest).

  • Fundamentele gelijkheid van alle mensen (bv Brief aan de Galaten/Bijbel). Finkielkraut (1949): twee bronnen voor westers universalistisch denken:
  • Gr filosofie
  • Bijbel.

Verschillen:
- Gr rationaliteit/scepticisme tav autoriteit lastig te verbinden met geloofsdogma’s (Tertullianus: ‘wat heeft Athene met Jerusalem te maken?’ Vgl met Eur cultuur, ‘zal altijd verhaal v twee steden blijven’ - Steiner 1929).

  • Nadruk Grieken op rationele aspecten, bij christendom op morele vlak.

p183

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly