Polyfarmacaie Flashcards
Definitie + effect
5 of meer middelen
Verhoogd risico op interacties en bijwerkingen
Grotere kans op medicatiefouten
Minder therapietrouw
Waar op te letten bij ouderen
Levensverwachting time till benefit/meerwaarde verdraagzaamheid QOL wens patient POMS (potentieel overbodige medicijnen)
Farmacokinetiek
Wat doet het lichaam met het geneesmiddel? Absorptie Distributie Metabolisme Eliminatie
Absorptie
Opname van geneesmiddel in circulatie Biologische beschikbaarheid (F) Fractie van de toegediende dosis die onveranderd de algemene circulatie bereikt (%) IV -> F=1 Oraal F<1 Opname hoeft niet volledig te zijn - invloed an voedsel / andere geneesmiddelen - first pass metabolisme
First pass metabolisme
Inname pil -> maag -> darmen -> alle bloedvaten rondom MD kanaal -> lever (portalen circulatie)
Aldaar
- deel van ingenomen medicijn -> gemetalliseerd (veel in de lever via cyp450 enzymsysstem) -> eliminatie
- deel van ingenomen medicijn -> systemische circulatie
Andere toedieningsvormen dan oraal/rectaal vermijden dit effect (inhalatie, sublinguacl, intramusculair, intraveneus
Veranderingen absorptie
Verminderde maagzuursecretie -> verhoogd gastrische pH waarden
- tragere maagontlediging
- afname van gastro-intestinale motiliteit
- verminderde doorbloeding van het splanchnicusgebied
- vermindert absorberend darm oppervlak
- trot dusver is de veranderde absorptie bij veroudering niet van klinisch belang gebleken
Verandering first pass
effect neemt af met vorderen van de leeftijd (verminderde leverdoorbloeding, afgenomen volume, afgenomen metabole capaciteit van het CYP450 enzymsysteem)
- gevolg: verhoogde biologische beschikbaarheid
- middelen met een uitgebreid first pass effect zijn oa opdoen, verapamil en propranolol
let op: pro drugs : activatie middels metabolisatie -> minder effect -> lagere systemische concentratie (knalapril, hydroxyzine, valaciclovir, clopidogrel)
Distributie:
Verdeling van geneesmiddel in het lichaam (Vd). Verhouding tussen de totale hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam en de concentratie in het bloed.
Water vet verdeling mens = 60% water, 40% vet
Afhankelijk van chemische structuur (hydrofiel vs lipofiel)
Verandering distributie spier/vet
Minder spier, meer vet
Vd lipofiele geneesmiddelen neemt toe, toegenomen eliminatie en ophoping (bv TCA, Benzo’’s. morfine, amiodaron
- VD hydrofiele geneesmiddelen neemt af, hogere piek plasma concentraties en een lagere benodigde oplaaddosis (dioxine, lithium aminoglycosiden)
Verandering distributie eiwit en p-glycoproteine
Minder binding plasma eiwitten (albumine). Ongebonden fractie is werkzaam. Effect op geneesmiddelen met eenplein verdelingsvolume en sterke mate van eiwitbinding ()> 90%) zoals diazepam
P-gp Pomp minder werkzaam: tegenhouden van opname van geneesmiddelen ( darmwand, bloed, hersenbariere) (bijv domperidon, loperamide, ondansetron)
Metabolisme
Verbouwen van geneesmiddelen voor makkelijkere uitscheiding, mn in lever. Geneesmiddelen worden hydrofiele gemaatk
Niet alle geneesmiddelen worden gemetalliseerd, kunnen ook onveranderd worden uitgescheiden
Verandering metabolisme
Fase 1 verminderd: meestal door acties van cytochroom [p450. Oxydatie, reductie, hydrolyse. (langwerkende Benno’s, anti-epileptica, tca’s.
Fase II: conjugatie. (kortwerkende benzol als lorazepam, oxazepam en temazepam.
Verandering metabolisme door interactie
Een geneesmiddel aan de afbraak van een ander geneesmiddel beinvloeden
Inhibitor: geneesmiddel word tin minder mate afgebroken, bloedspiegel omhoog -> werking wordt versterkt
Inductor: geneesmiddel wordt sneller afgebroken, bloedspiegel omlaag -> werkt midner
Grapefruit remt 3a4 cyp, waardoor sterke werking carbamazepine, calciumantagonisten en pimozide. Rifampicine induceert 2c9, waardoor minder effect tolbutamide en coumarinen
Eliminatie (BELANGRIJK)
Nieren zorgen voor klaring, afhankelijk van glomerulaire filtratiesnelheid. (hoeveelheid lichaamsvloeistof (L) waaruit per tijdseenheid (min) het geneesmiddel geheel wordt verwijderd
Creatinen: marker vo rnierfunctie, eliminatie van medicatie. Let op wordt beïnvloedt door oa spiermassa, afwijkend lichaamsbouw fysieke activiteit en pathologische processen
Verandering eliminatie
GFR neemt gem met 1 punt per jaar af na 40ste. 70+ er heeft 60 ml/min. Kwetsbare ouder met multipele comorbidiete en polyfarmacie 40. Verminder coritcale gedeeld niermassa, aantal functionerende glomeruluim lengte en volume van proximale tuil en vasculaire verandienrgne.
Toename plasmahalfwaardetijd bij renaal uitgescheiden middelen. PAs dosis aan bij middelen met een smal therapeutische breedte. Sgtartdosiering aanpassen bij een GFR < 30.