CGA Flashcards

1
Q

CGA

A

comprehensive geriatrie assessment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Typische geriatrische patient

A

atypische symptomen (armoede, vermeerdering, omkering)
vitale parameters vals normaal
multiproblematiek
geriatrische cascade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptoomverarming myocardinfarct

A

Klassiek: retrosternale pijn met uitstraling
oudere: deler/vermoeidheid, dyspnoe/functieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

symptoomverarming ischemie colon

A

klassiek: acute buikpijn, geprikkeld
oudere: diffuus drukpijnlijk maar relatief soepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptoomverarming hyperthyreoidie

A

klassiek: gejaagdheid, afvallen, tachycardie, tremor, diarree
oudere: apathie, cognitieve stoornissen, verwardheid, vermoeidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Multimorbiditeit

A

aanwezigheid van meerdere chornische aandoeningen naast elkaar; beide evenveel aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geriatric Giansts

A
  • geheugenproblemen en verwardheid
  • mobiliteitsstoornissen en vallen
  • sarcopenie
  • polyfarmacie
  • vermoeidheid
  • stemmingstoornissen
  • ondervoeding en gewichtsverlies
  • onverklaarde achteruitgang in funtioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Attributiemodel

A

toeschrijven aan chronisch probleem, waardoor niet herkende aandoening toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Synergetisch model

A

Meerdere ziektes leiden tot zakken onder functionele drempel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontmaskerend voorval model

A

Ziekte gecompenseerd en niet herkend -> gebeurtenis -> ziekte niet langer gecompenseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Causale keten model

A

ziektes verergeren elkaar/hebben invloed op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Frailty

A

kwetsbaar, broos
Een syndroom met een zodanige interactie tussen ziekten, psychosociale stressoren en subklinsiche ziektelast dat iemand vatbaar wordt voor ongewenste gezondheidsuitkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fried vs rockwood definitie frailty

A

Fried: fysiek fenotype
Rockwood: optelsom, ook psychisch en sociaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fried criteria

A

Gewichtsverlies, uitputting, verminderde lichamelijke activiteit, vermindert loopsnelheid, verminderde handknijpkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Frailty in het EMC, VMS bundel kwetsbare ouderen in 4 domeinen

A

Ondervoeding, mobiliteit, deler, ADL functie.

Screening bij elke 70+ er. een patient is kwetsbaar indien op een van deze gebieden positief wordt gescoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

definitie CGA

A

multidisciplinair onderzoek waarbij de multipele problemen van een oudere zoveel mogelijk opgespoord beschreven en verklaard worden alsmede de capaciteiten en de zorgbehoeften van de persoon worden onderzocht, om zot e komen tot een gecoördineerde en integraal zorgplan voor het individu

17
Q

Doel CGA

A

verbeteren van

  • identificeren acute aandoeningen
  • in beeld brengen van cognitie
  • verbeteren mobiliteit
  • verbeteren zelfredzaamheid
  • streven maximale kwaliteit van leven
18
Q

Gunstige effecten van CGA op afdeling geriatrie

A
langer thuis blijven wonen tov verpleeghuis
verbetering functioneren > 12 mnd
verbetering cognitief functioneren
- lager risico functionele achteruitgang
- lager risico op sterfte
19
Q

gunstige effecten CGA peri-operatief

A

minder overlijden, minder ontslag zorginstelling zwaarder zorg, kortere ziekenhuisopname, geen verschil in postoperatieve complicaties, dier, heropnames

20
Q

Assen CGA

A

somatisch, psychisch (inclusief cognitie), functioneel, sociaal

21
Q

Cognitieve testen

A
MMSE: max 30, cut off 24. test concentrate, geheugen, orientate en taalfunctie, onderschatting bij hoog opgeleide personen
Klok: max 14, cut off 11
MOCA: 18-25 mild
10-17 moderate
< 10 ernstig
22
Q

Functionele testen

A

loopvaardigheid: 5 m looptest
spierkracht: handknijp, stoeltest
conditie: 6 min loop
balans: berg balans escale, tinette
combinatie lopen, spierkracht, balans: timed up and go, stoeltest 5x opstaan