Gedragsproblemen bij dementie Flashcards
Definitie probleemgedrag
“Probleemgedrag is alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving”
Bio-psycho-sociaal model
Welke factoren leiden tot gedrag
cognitieve dysfunctie, persoonlijkheid, voorafgaand psychische problemen, genetica, omgeving, sociale interactie, zorgverlener distress, somatische problemen, deler, pijn, medicatie, brein dysfunctie
Vormen van probleemgedrag bij dementie
psychotisch, depressief, angstig, geagiteerd, rusteloos, ontremd, roep, apathisch
Hoe vaak gedragsproblemen dementie
40% bij MCI
60% bij beginnende dementie
90-100% gedurende beloop dementie
Bij progressie van dementie neemt de ernst van het gedragsprobleem en het aantal veelal toe
Gevolgen van gedragsproblemen bij dementie
verlies aan functionaliteit en kwaliteit van leven overbelasting mantelzorgers ouderenmishandeling verpleeghuis opname medicatie toename mortaliteitsrisico
Specifieke cluster gedragsprobleem alzheimer
Apathie, agitatie, depressie, anxiety
specifieke gedragsproblemen vasculaire dementie
apathie, depressie, delusies
Specifieke gedragsproblemen Lewy body
visuele hallucinatie, delusions, depressie, REM sleep gedrag disorder
Specifieke gedragsproblemen parkinson
visuele hallucinaties, deletie, depressie, REM slaap gedrag probleem
Specifieke gedragsproblemen frontotemproale degeneratie
apathie, disinhibition, elation, hypomania, repetitive gedag, eating changes
Meestvoorkomende gedragsproblemen dementie
geagiteerd, apathie en depressie
CGA
namneseHetero-anamneseMedicatie reviewLichamelijk onderzoekOriënterend neurologisch onderzoekOriënterend psychiatrisch onderzoekAanvullend onderzoek: bv lab onderzoek, ECGPm beeldvorming hersenen (MRI/CT)Op indicatie bv analyse neuroloog, bv liquor punctie
Wanneer farmacotherapie?
armacotherapie mag alleen overwogen worden als er geen behandelbare onderliggende oorzaak is en non-farmacologische interventies onvoldoende zijn
Niet medicamenteuze interventies
Educatie mantelzorgers
lotgenoten bijeenkomsten voor mantelzorgers
Bewegen, sensorische interventies (Massage, Aroma,licht, muziek, reminiscentie)
Klassieke neuroleptica vs atypische neuroleptica
Klassiek blokkeert met name dopamine receptor D2, bv haloperidol
Atypisch blokkeert meerdere receptoren, oa serotonine dopamine, histmaine
Gevolg dopamine blokkade
Mesolimbisch systeem: reductie positieve symptomen (hallucinaties, wanen), versterking negatieve symptomen (minder motivatie, apathie, onverschilligheid)
Nigrostriatale systeem : extrapyramidale bewegingsstoornissen)
Mesocorticale systeem naar prefrontaal: cognitieve en emotionele achteruitgang
Haloperidol
1e keus. Butyrofenonderivaat met antipsychotische en geringe sederende werking. Heeft een sterke centraal antidopaminerge en een zwakke centraal anticholinerge werking.
Risperidon
2e keus. Atypisch antipsychoticum met sterke antiserotoninerge (5-HT2) en antidopaminerge (-D2) activiteit en met matige α1-blokkerende eigenschappen. Het heeft geen affiniteit tot de cholinerge receptor
Richtlijn medicatie bij gedragsprobleem
Haloperidol (startdosering 0,5 mg; maximale dosering, 3mg; probeer uiterlijk na drie maanden af te bouwen) Risperidonals middel van tweede keuze ingezet worden Wees alert op bijwerkingen, medicatie staken bij bijwerking of geen effect Gebruik geen antidepressiva, anti-epileptica of antidementiemiddelenvoor geagiteerd gedrag bij mensen met dementie.Alleen te overwegen als niet-medicamenteuze interventies onvoldoende zijn Start met een lage dosering en bouw langzaam op