Cognitieve stoornissen en dementie Flashcards
Cognitie
De mentale activiteit en het proces van kennisverwerving door warneming en het verwerken van de daarmee opgedane informatie door het denken
Dementie
verzamelnaam voor het symptomen die invloed hebben op de cognitieve functies
Risicofactoren dementie
gehoorsverlies, leeftijd, lage opleidingsniveau, genetica (10%), depressie, alcohol/roken, cardiovasculair (hypertensie, diabetes, metabool syndroom, roken)
Dementie criteria
- Interferentie in dagelijks functioneren
- afgenomen functie tov eerder
- niet verklaard door deler / depressie
- diagnose obv objectieve testen
- cognitieve achteruitgang in 2 of meer domeinen (geheugenproblemen, executieve functies, visuopatieel, taal, gedrag, & persoonlijkheid (samen)
Mild Cognitieve impairment (MCI)
aandoening in 1 of meer cognitieve domeinen. GEEN interferentie in dagelijks functioneren Belangrijke kenmerken (50% binnen 3 jaar dementie). geen behandeling voor.
Ziekte van Alzheimer
Meest voorkomende vorm van dementie
Verlies van cholinerge neuronen in de hippocampus
Criteria van dementie +
- traag beloop maanden/jaren
- als eerst verlies op
* geheugen / worodvindstoornissen
* visuopatieel
* uitvoerende functies (oordeelsvermogen, planning, probleemoplossend vermogen)
- afwezigheid van cerebrovascculaire schade
NB Zekerheid diagnose bij genmtuatie PSEN1/2, APP)
Pathofysiologie alzheimer
Tau dysfunctie
Vasculaire dementie oorzaken
hypoperfusie (shock, stenose), bloeding, infarct
Criteria vasculaire dementie
Afwijkingen wel bij LO als op beeldvorming
interferentie in dagelijks functioneren
Er is een relatie tussen functioneren en radiologische afwijkingen merkbaar door bv
_ ontstaan binnen 3 mnd na CVA
abrupte verslechtering cognitive functie
Fluctuaties of stapsgewijze verslechtering
Vascular vs alzheimer
- onset
- progressie
- neurologische bevindingen
- memory
- executive function
- dementia type
- neuroimaging
- gait
- cardiovascular history
- sudden or gradual VS gradual
- slow, stepwise fluctuation VS constant insidious decline
- evidence of focal deficits VS subtle or absent
- mildly affected VS early and severe deficit
- early and severe VS late
- subcortical VS cortical
- infarcts or white matter lesions VS normal; hippocampus atrophy
- often disturbed early VS usually normal
- TIA, stroke, risk factors VS less comon
Lewy body Dementie
- incidentie
- start stoornis
- pathofysiologi
- 3.5 per 100000 persoon jaren
- begint met stoornis in aandacht en visuopatieel
- alpha syncucleine (eiwit betrokken bij neurotransmissie) gaat kapot en vormt Lewy bodies)
Lewy body dementie: klinische verschijnselen
2 of meer kernsymptomen
- progressieve cognitieve achteruitgang
- fluctuerend beloop
- terugkerende gedetailleerde visuele hallucinaties
- parkinsonisme
Overige symptomen: overgevoeligheid antipsychotica, wanen, angst/apathie, hypersomnia, depressie
Indicateive biomarkers: PSG, DAT scan, MIBI scan
Diagnostiek Demenetie
CGA, neuropsycholigsche onderzoek, beeldvorming hersenen, op indicatie liquor punctie
Neuropsychologisch onderzoek
NPO: anamnese, hetero anamnese, cognitieve testen en observatie gedrag, duurt 2-3 uur.
Voordelen: universele manier om cognitie te kwantificeren, mogelijkheid om te herhalen over tijd
Voorzorgen: confounders: gebrek aan motivatie, vermoeidheid, depressie, faalangst, pijn, dier, intoxicatie, medicatie. Niet iedereen is direct te testen. 2 maanden na alcholabstinentei, 3-6 maanden na dleier
DAT scan
Dopamine imaging
Gebruikt voor Lewy body dementie
Degeneratie nitro striatale neuronen
(= onderstuenende biomarker in diagnose)