IC Flashcards
Twee redenen voor IC
intensievere zorg (ondersteunen orgaanfuncties) of extra bewaking (monitoring)
Optiflow
Hoge flow O2 via nasale canule, bevochtigd en verwarmde lucht, effect op oxygenatie
NIV (Non invasieve ventilatie)
Masker + beademingsmachine, positieve druk beademing, effect op ventilatie en oxygenatie, mn bij exact COPD en cardiaal longoedeem, nadelen: maagidstensie, lekkage, intesnief
Oxygenatie vs ventilatie
Oxygenatie is hemoglobine voorzien van O2. Bepaald door PEEP en FiO2 Ventilatie is kwijtraken CO2, bepaald door ademminuutvolume Monitoring etCO2 (capnogram, bloedgas, terugvolume en ademminuutvolume
Spontane ademhaling mechanisme
op basis van negatieve intrathrocale druk. Ademhalingscentrum in hersenstam aangestuurd door chemoreceptoren (CO2) en baroreceptoren (O2)
ARDS
Acute/adult respiratory distress syndrome
Difuus reactief ontstekingsbeeld in beide longen
Afname compilatie longen en neiging tot atelectase
Klinische diagnose
Mn oxygenatiestoornis
Hoge mortaliteit
Mechanische ventilatie 2 soorten
Gecontroleerde beademing (Pressure controle of Volume controle) frequentie + druk of terugvolume zijn volledig te controleren Support beademing (pressure support): Flow-triggered. Pt bepaald ademfrequentie. Machine biedt ondersteuning
ECMO
ExtraCorporele MembraanOxygenatie
VA vs VV
VA: vene en arterie femoraal. Bij circulatie en of respiratoir falen. Bijv. cardiogene shock bij infarct, longembolie
VV: arterieel v jugularis interna en veneus femoraal. Bij respiratoir falen, bijv ARDS
ARDS
Difuus ontstekingsbeeld longen als reactie op ... oxygenatiestoornis. Longprotectief beademen - 4-6 ml/kg/ideaal lichaamsgewicht - spierverslapping - zo nodig in buikligging - mogelijkheid tot escalatie naar ecmo
Surviving sepsis
- start (eerst broedspectrum, later specifiek gericht op verwekker) antibiotica binnen 1 uur.
- idealiter na afname bloedkweken
Vulling - fluid challenge doorgaans 500 ml
- Kristalloiden (ringers lactaat of nacl 0.9%)
- colloïden (HES, albumine of gelatine) in principe niet ivm risico bijwerkingen
- beoordelen effe top diurese en bloeddruk
Vaso actieve medicatie
Toedienen via centralelijn (CVC) tip in vena cava superior
Vasopressie: geeft vasoconstrictie, bv noradrenaline
Inotropie: verhoogd pompkracht en daarmee hartminuutvolume, bv dobutamine
Receptor
alfa 1
beta 1
beta 2
alfa 1: in vaatwand perifere arterien, geeft vasoconstrictie
beta1: in hart, positief isotroop en chornotroop
beta2: in perifere bloedvaten en longen: geeft vast en bronchusidlatiei
Effect op receptoren van adrenaline, noradrenaline en dobutamine
adrenaline: sterk op inotropie b1, chornotropie b1. minder vasoconstrictie alfa 1 en klein beetje vasodilatatie b2
noradrenaline: beetje inotropie b1, veel vasoconstrictie a1. geen chronotropie b1 of vasodilatatie b2
dobutamine: veel inotropie b1, redelijk chronotropie b1 en vasodilatatie b2. geen vasoconstricite a1
NOR wordt meest gebruikt op iC
arterielijn
in a. radialis, real-life bloeddruk, makkelijke bloedafname, speciale variant PiCCO voor cardiac output meting
Centraal veneuze lijn
centraal veneuze saturatie (ScvO2) is resultante van O2 aanbod en verbruik
Special variant is Swan Ganz catheter: drukmeting a pulmonalis en cardiac output meting