Pijn Flashcards

1
Q

pijn van ervaren naar uiting

A

nociceptie - pijngewaarwording - pijnbeleving - pijngedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Classificatie van pijn

5 opties

A
nociceptief vs niet nocicpetief
acuut vs chronisch
ethiologie
mechanisme
locatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

WHO pijnladder

A

stap 1: paracetamol en NSAID
stap 2: + zwak opiaat
stap 3: + sterk opiaat aan stap 1
stap 4: invasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Paracetamol heeft als effect

A

analgetisch en antipyretisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkingsmechanisme paracetamol

A

niet bekend, mogelijk COX3. Niet antiinflmaatoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

T max en werktijd paracetamol

A

Oraal 0.5-2uur, werkt 4-6 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metabolisatie paracetamol

A

in lever tot zeer reactieve metaboliet NAPQI, welke snel wordt geïnactiveerd door binding met gluthation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling paracetamol overdosis

A

acetylcysteine, evt actieve kool en natriumsulfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

NSAID werking

A

remmen productie van prostaglandinen door remming van COX. COX zet arachidon zuur om in prostaglandine H2, wat daarna wordt omgezet in prostaglandinen, prostacyclinen en tromboxanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effect COX

A

Werken analgetisch antipyretisch en anti-inflammatoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NSAID’s COX 1 & 2 namen

A

diclofenac, ibuprofen, naproxen, metamizol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

namen selectief COX 2

A

celecoxib, etoricoxib

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bijwerkingen NSAID

A

tot 30% van bijwerking gerelateerde zkhopnames|

Nieren, maag, stolling, overgevoelig, astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Effect op maag van NSAID + wat toevoegen

A

prostaglandinen remmen zuur productie, bevorderen maagslijmvlies en verminderen diffusie door maagslijm , wat NSAID allemaal remt. Geef PPI zoals omeprazole erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Opiaten zwak naam + werking

A

tramadol. Opiaatreceptor antagonist + SNRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sterke opiaten 3 namen + werking

A

oxycodone, fentanyl, morfine. Bezetting mu- kappa- en deltareceptoren in het CZS

17
Q

Bijwerkingen + antagonist opiaten

A

ademdepressie, obstipatie, misselijkheid/braken, jeuk. bloeddrukdaling/ Naloxon

18
Q

Neuropatische pijnstilling (voor niet nociceptieve pijn)

A

Tricylcische anti depressiva (amitriptyline), anti-epileptica (gabapentine, pregabaline), werken langzaam in. geven met name neurologische bijwekringen

19
Q

Esketamine

  • werking
  • effect in ruggenmerg
  • effect in cerebrale cortex
A

NMDA receptor antagonist
in ruggenmerg pijnstilling
in cerebrale cortex: anesthesie

20
Q

Lokale anesthetica

  • namen 2x
  • werking
  • toediening
A
  • lidocaine, bupivacaine
  • inactivatie NA kanalen in zenuwen
  • lokaal (huid), locoregoinaal (perifere zenuw/plexus)
  • neuraxiaal (spinaal of epiduraal)