pathofysiologie van ischemisch vaatlijden Flashcards

1
Q

atriele obstructie (3)

A

atherosclerose: slagaderverkalking
hypertensie: verhoogde perifere vaatweerstand door bijna altijd constrictie
vasculitis: ontsteking van binnenwand bloedvat–> toename weerstand–> hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ruptuur

A

aneurysma: atriele verwijdingen (brein en aorta vooral)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken atherosclerose

A

genetische factoren
slechte leefstijl: roken, drinken, slecht eten
hoge bloeddruk
diabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 gevolgen ischemie

A
anaeroob metabolisme(lactaat geproduceerd, dit kan pijn veroorzaken)
functieverlies
celschade(apoptose of necrose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer krijgt hart O2 rijk bloed

A

diastole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bloedflow in hart

A

Flow= (Parterie-Pweefsel)/Rarteriolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

formule straal en weerstand bij stenose in coronair arterie

A

Rstenose= (8n x L) / pi x r^4

weerstand sterk afhankelijk van de straal
als de straal iets verandert, dan werkt dat door met de 4e macht

delta P=Flow x Rstenose
delta P= Pcoronair-Paorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 dingen die invloed hebben op O2 aanbod/O2 vraag bij stenose

A

trombose: wanneer dit optreed wordt O2 aanbod lager. Ook treedt er dan vaatspasme op, doordat endotheel beschadigd is, maakt het geen NO enz. meer aan.

Bij inspanning wordt de O2 vraag juist hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly