Anatomie romp en axiaal skelet Flashcards

1
Q

Welke vier elementen zijn er binnen het axiale skelet en de romp te onderscheiden?

A
  1. Wervelkolom
  2. Thorax
  3. De ‘gordels’
  4. Abdomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van de cervicale wervels?

A
  • klein
  • Gat in proc. Transversus
  • Gespleten proc. Spinosus
  • Facet gewrichten schuin omhoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van de thoracale wervels?

A
  • Verbinding met de ribben

- Facet gewr. In het ventrale vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van de lumbale wervels?

A
  • Een groot corpus vertebralis

- Facet gewr. Staan in het midsaggitale vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor wordt het wervelkolom verbonden? (3)

A

o Gewrichten: facetgewrichten of artt. Zygapophysales
o De discus intervertebralis (Een nucleus pulposus met daaromheen een anulus fabrosus)
o De ligamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn intrinsieke spieren?

A

Spieren die direct om de wervels liggen. bijvoorbeeld de m. rector spinae die zich tussen de proc. spinosus en proc transversus bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn extrinsieke spieren?

A

Deze liggen aan de rugkant maar hebben een functie ergens anders bijvoorbeeld in het arm en veen. voorbeelden hiervan zijn de m. trapezius en de m. latissus dorsi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ontstaat een hernia?

A

Wanneer er een nucleus pulposus uitsteekt en hierbij een zenuw raakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee belangrijke functies van de thorax

A

Ademhaling en bescherming van het hart en de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt ademhaling?

A

Inademen is een actief proces en uitademen niet. uitademen wordt namelijk veroorzaakt door elasticiteit van de borstkast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de bovenste thoraxapertuur?

A

Deze wordt gesloten door wervel TH1, de eerste rib van het manubrium van het sternum. Hier zit geen diafragma. De gehele ruimte wordt opgevuld door structuren als de luchtpijp, de slokdarm, de vaten en het topje van de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de onderste thoraxapertuur?

A

De onderste thoraxapertuur wordt wel afgesloten door het diafragma. Deze is onmisbaar bij een goede functionaliteit van de ademhaling. Om het diafragma zitten spieren. Door openingen in deze spieren lopen de oesophagus en de aorta. Dat is handig, omdat bij elke inademing deze spieren worden aangespannen en zo de voedselbrij en het bloed door de vaten naar beneden wordt gestuwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de intrinsieke spieren in de thorax?

A
de tussenribspieren: mm. intercostales. 
•	Intimi (binnenste)
•	Interni (middelste)
•	Externi (buitenste)
Ze hebben een schuin vezelverloop in drie verschillende richtingen (een geveerde spier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de extrinsieke spieren van de thorax?

A
	Mm. Pectoralis 
•	Minor
•	Major 
	M. trapezius
	M. latissimus dorsi
	M. rhomboideus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurd er in het lieskanaal?

A

De indeling van de testis die zich in het scrotum zal gaan bevinden. Tijdens de indaling ontstaat er een gat (processus vaginalis) die in verloop van tijd wordt gedicht. Als dit niet goed gebeurt, kunnen er delen van de darminhoud in dit gat komen. Dit leidt tot klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly