diagnostiek van coronair lijden Flashcards

1
Q

Welke vormen van diagnostische onderzoeken zijn er?

A

Fysiologie: functieonderzoek van coronairen
Anatomie: afbeelden van coronaire
Deze twee vormen kunnen niet zonder elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het beloop van ischemische cascade?

A

Begint met veranderingen van perfusie, dan metabole veranderingen, cardiale disfunctie, ECG veranderingen en uiteindelijk ischemie die wordt gevoeld door de patient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vier Methoden van myocardische diagnostiek?

A
  • ECG (rust, inspanning, holter: registreert over langere tijden)
  • Myocard perfusie onderzoek (radio-isotopen scintigrafie)
  • Myocard wandbeweging onderzoek (MRI, echo)
  • Metabole veranderingen (MRI, PET-scan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ergometrie?

A

Een inspannings-ECG. Het is belangrijk om ST-depressies op te sporten. In rust zullen deze depressies namelijk herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de beperkingen van ergometrie?

A
  • De uitslagen voor ergometrie zeggen niet over de aangedane coronair arterie.
  • De ECG is niet 100% betrouwbaar. Voor een hoge betrouwbaarheid moet er een bepaalde hartfrequentie worden behaald. Dit is niet altijd mogelijk wegens conditie of fysieke beperkingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem de verschillende afbeeldingstechnieken voor coronairen.

A
  • Conventioneel coronair angiogram: geeft informatie over anatomie en functie.
  • Intracoronaire ultrasound (echo): geeft informatie over de samenstelling van het vat.
  • MS-CT-scan: geeft informatie over kalk, coronaire perfusie, linkerventrikelfunctie.
  • MRI (MRCA): geeft informatie over anatomie, coronaire perfusie, linker ventrikelfunctie, viability = informatie van baten van een eventuele populatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij het beoordelen van afbeeldingen van coronairen geldt:

A
  • Hoe hoger de stenose in coronair stam, hoe groter het ischemisch gebied.
  • Hoe meer kalk, hoe groter de kans op overlijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eigenschappen coronaire CT

A
  • Hoge sensitiviteit: 95-99%
  • Lage specificiteit: 64-83%
  • 50% stenose op CT beschouwd als significant
  • Anatomie zegt niets over fysiologie en klinisch relevantie
  • Contrast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschappen fietsproef

A
  • Lage sensitiviteit 45-50%
  • Redelijke specificiteit 85-90%
  • Patiënt moet kunnen fietsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eigenschappen MIBI SPECT

A
  • radioactieve stof wordt in het lichaam en opgenomen.
  • Bij inspanning zuurstoftekort en bij rust geen tekort = vernauwing
  • Bij inspanning zuurstoftekort en ook bij rust = hartinfarct
  • Redelijke sensitiviteit: 73-92%
  • Vals negatief bij drievatslijden
  • Matige specificiteit 63-87%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

eigenschappen Dobutamine stress echo

A
  • Redelijke sensitiviteit: 79-83%
  • Redelijke specificiteit 82-86%
  • Erg afhankelijk van lokale exertise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eigenschappen stress MRI

A
  • Redelijke sensitiviteit 80-94%
  • Redelijke specificiteit 80-91%
  • Goed opdrachten uit kunnen voeren
  • Niet claustrofobisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly