Handhaving cel integriteit = ATP turnover Flashcards

1
Q

Wanneer vindt ATP-synthese plaats?

A

Bij het verbranden van koolhydraten, vetten en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer vindt ATP-resynthese plaats? (verbruik)

A

Bij spiercontractie, iontransport, biosynthese van macromoleculen en thermogenese. Verbruik vindt vooral plaats in het cytosol en deels in de mitochondriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe snel wordt de ATP pool on het hart vervangen?

A

Binnen 10 seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de snelste manier om ATP om te zetten?

A

Dit is anaerobe dissimilatie en deze zal dus eerder optreden dan aerobe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn nadelen van anaerobe glycol’s?

A

De zuurproductie en de lage ATP-productie en opbrengst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is het gunstig op glycogeen te verbranden in plaats van glucose tijdens zuurstoftekort?

A

Minder zuurstofverbruik en verzuring bij dezelfde ATP-opbrengst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt ATP omgezet bij rust en inspanning?

A
  • 60-70% vetzuurverbranding

- 30-40% glucose/glycogeenverbranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er bij plotse toename van inspanning?

A
  • Daling ATP (stijging ADP)
  • CPK-reactie (creatinefosfokinase): CPK zorgt voor de aanmaak van ATP door middel van defosforylering van creatinefosfaat.
  • Door de daling van creatinefosfaat ontstaat er anaerobe glyco(geno)lyse (melkzuurproductie)
  • Daarna versnelling glucose + vetzuuroxidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt de Malaat-asperaat shuttle?

A

Van glucose worden twee elektronenparen afgepsplitst. Twee NAD+ wordt omgezet in twee NADH. Deze twee elektronenparen kunnen via de malaat-aspertaat shuttle over het mitochondriale binnenmeren worden getransporteerd en op twee NAD+ worden gezet in het mitochondrion. Deze twee NADH,H+ leveren samen vijf ATP. Deze shuttle bevindt zich in de lever, de hersenen en het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er bij vetzuuroxidatie?

A

vetzuur wordt omgezet in de C2-verbinding Acetyl CoA. De omzetting heet de beta-oxidatie. Bij elke stap van de beta-oxidatie komer er elektronen vrij die worden gekoppeld aan NAD+ en FAD. Vervolgens worden er van Acetyl CoA ook nog elektronen afgesplitst in de citroenzuurcylcus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er met de vrijgekomen elektronen?

A

Deze worden via de elektronen transportketen getransporteerd naar zuurstof. Bij dat elektronen transport wordt er middels protonen een protonengradient opgebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de opbrengst van omzetting van NADH en FADH2?

A

NADH reoxidatie: 2,5 ATP

FADH2 reoxidatie: 1,5 ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet de protonengradient?

A

De protongradient zorgt uiteindelijk voor de koppeling van ADP aan Pi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaat de potentiële energie van de protonengradient?

A

Deze energie bestaat uit een concentratiecomponent en een membraanpotentiaalcomponent. Doordat protonen naar buiten gaan ontstaat er een negatief potentiaal. Er is minimaal drie protonen nodig om een ATP te kunnen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat verandert de snelheid van verzuring?

A

Door AMP stijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar moet rekening mee gehouden bij angina pectoris?

A

Bij angina pectoris moet je zuinig zijn met zuurstof.
Je kan ATP beter niet uit de omzetting van vetzuren halen maar juist uit de omzetting van glucose.
Daarvoor worden er remmers van vetzuuroxidatie gegeven.

17
Q

Wat zijn remmers van vetzuur-oxidatie?

A

Trimetazidine
Ranolazine
Etoxomir

18
Q

War zijn remmers van mitochondriale vetzuuropname

A

Etoxomir
Peerhexiline
MDI

19
Q

Wat doet Adenosine?

A

Vorming hiervan leidt tot vasodilatatie: verbeterde aanvoer O2 en afvoer zuurstof