Histologie spierweefsel Flashcards

1
Q

functionele eigenschappen 3 type spierweefsel

A

skeletspierweefsel: dwarsgestreept, snelle contractie, contractie oiv wil, meerdere kernen(periferie)
hartspierweefsel: dwarsgestreept, snelle ritmische contractie. niet oiv wil, 1/2 kernen (centraal), intercalairlijnen tussen cellen
glad spierweefsel: langzame contractie, niet oiv wil, spoelvormige cellen, diagonaal geordend, 1 kern (centraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een fascikel

A

bundel spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een sacromeer

A

contractiele eenheid–> van Z-lijn tot Z-lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

epimysium

A

onregelmatig vezelig bindweefsel om hele spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

perimysium

A

vezelig bindweefsel om fascikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

endomysium

A

reticulair om een spiervezel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie bindweefsel in spier

A

spierkracht doorgeven naar andere spiervezels
bevestiging aan bot en andere weefsels
begeleiden bloed, lymfe en zenuwvaten
pees-spieraanhechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opbouw sarcomeer

A
A-band: dikste, myosine en actine
I-band: actine
H-band: myosine
Z-lijn: midden in I-band, actine filamenten aan eiwit
M-lijn: hechting myosine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er tijdens contractie in een sarcomeer

A

I-band verdwijnt, actinefilamenten worden over myosinefilamenten getrokken. Tijdens contractie behouden filamenten hun lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is nodig voor spiercontractie

A

depolarisatie sarcolemma, Ca en ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke 3 verbindingen heeft intercalairlijn van hart

A

desmosomen, fascia/onula adherens (actine) en gap junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

functie gap junctions in hart

A

doorlaten ionen, werken als elektrische synaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bijzondere eigenschappen hartspierweefsel itt skeletspierweefsel

A

veel mitochondria
meer en grotere T-tubuli(alleen bij Z-lijn)
minder ontwikkeld sarcoplasmatisch reticulum.
Hier komt meeste Ca vrij uit T-tubuli, dat gebeurt bij skeletspieren weinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bijzonderheden glad spierweefsel

A

geen dwarsstreping
sarcoplasmatisch reticulum beperkt aanwezig
geen T-tubuli
spoelvormige gestapelde cellen
bundels myofilamenten kriskras door de cel
veel gap junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

contractie bij glad spierweefsel

A

via dense bodies met daaraan actine filamenten.
tijdens depolarisatie komt Ca de cel in, bindt aan calmoduline en activeert eiwitcomplex MLCK dat myosine activeerd. daarna kan myosine aan actine binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe beinvloeden hormonen contractie bij glad spierweefsel

A

hormonen binden aan receptoren, daardoor geeft sarcoplasmatisch reticulum Ca af.

17
Q

regeneratie 3 type spierweefsels

A

hart: geen, schade vervangen bindweefsel, hypertrofie overblijvende vezels
skeletspier: beperkt, activatie satalietcellen: proliferatie–> fusie
gladde spier: behoud van proliferatie capaciteit, hyperplasie, hypertrofie