fysiologie hart Flashcards
instroomkleppen en funtie
mitralis en tricuspidalis, vorkomen terugstroming van ventrikels naar atria
uitstroomkleppen en functie
pulmonalis klep en oartaklep, voorkomen terugstroming van bloed naar ventrikels
systole
ventrikels trekken samen
diastole
ventrikels ontspannen
3 fases systole
isovolumische contractiefase en snelle ejectiefase en langzame ejectiefase
4 fases diastole
isovolumische relaxatiefase en snelle ventriculaire vullingsfase en langzame ventriculaire vullingsfase en atriale systole
ventriculaire vullingsfase
openen en sluiten instroomkleppen
isovolumische contractiefase
sluiten instroomkleppen openen uitstroomkleppen
ejectiefase
openen uitstroomkleppen en sluiten uitstroomkleppen
isovolumische relaxatiefase
sluiten uitstroomkleppen en openen instroomkleppen
waarom slagvolume even groot bij beide kanten
in serie geschakeld en volume wat in beide ventrikels past is even groot
waarom slagvolume links toch iets groter dan rechts
links ook nog zuurstofrijk bloed voor de longen, bloed gaat van links, naar links
slagvolume
einddiastolisch volume-eindsystolischvolume
hartminuutvolume
slagvolume x hartfrequentie
wat is hart minuut volume in rust
4-5 L/min
goede maat hartprestatie
hartminuutvolume
wat gebeurt er bij inspanning met hart
hartminuutvolume omhoog + contractiekracht(sympaticus) omhoog
eigenschappen SA knoop
in rechterarterium, naast uitmonding V cava superior
heeft pacemakereigenschappen, actiepotentialen zonder prikkel van buitenaf
Ca voor depolarisatie, K voor repolarisatie
If (kationkanaal) (inwaartse stroom)diastolische depolarisatie= terug naar rustpotentiaal
eigenschappen AV knoop
grens atria en ventrikels
secundaire pacemaker: spontane frequentie lager dan SA knoop
vertraagt impulsgeleiding, zodat atria ventrikels beter kunnen vullen
door relatief lange refractaire periode, beschermend tegen te hoge frequentie
hoe loopt prikkelvoortgeleiding in hart
gap junctions
elektrische activiteit van contraherend myocard
snelle depolarisatie door opening Na kanalen
plateaufase Ca kanalen (evenveel imput als output)
repolarisatie door K kanalen
cel vuurt maar 1 actiepotentiaal tijdens systole
Ca influx leidt tot calcium release spier
orthosympatische effecten SA knoop
activatie B1 adrenerge receptoren.
stimuleert Ca kanalenen if. hierdoor snellere diastolische depolarisatie–> hogere hartfrequentie
parasympathische effecten SA knoop, via n.vagus
activatie van muscarine (metobotrope cholinerge) receptoren activeert K kanalen en remt Ca kanalen en /If. hierdoor langzamere diastolische depolarisatie –> lagere hartfrequentie
3 toppen drukschommelingen v. jugularis
A-top: contractie atrium
C-top: snelle ejectiefase
V-top: openen instroomkleppen
ECG cyclus (geeft impulsen weer)
P-top; contractie atrium, einde diastole
QRS-complex: contractie van ventrikels, begin systole
T-top: repolarisatie ventrikels, einde systole