Lichaam in balans: geschiedenis van de fysiologie Flashcards

1
Q

Wat is homeostase?

A

Het vermogen van meercellige organismen om het interne milieu in evenwicht te houden, ondanks de veranderingen in de omgeving waarin het lichaam zich bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Humorenleer

A

Gezondheid is evenwicht, natuurlijke oorzaken van ziekten, belang van observaties, ook karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

factoren die invloed hebben op het lichaam volgens de humorenleer:

A

o ‘res naturales’ (natuurlijke zaken)
Elementen, temperamenten, lichaamsvochten, lichaamsdelen en lichaamsfuncties.

o ‘res contra-naturales’ (tegennatuurlijke zaken)
Pathologische, afwijkende verschijnselen

o ‘res non-naturales’ (niet natuurlijke zaken)
Lucht, beweging/ rust, slapen/ waken, uitscheiding/ afscheiding, gemoedaandoeningen, eten/ drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vis medicatrix naturae

A

Het zelfgenezende vermogen van het lichaam stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wetenschappelijke revolutie

A

Vitalisme werd verworpen en mechanisme werd belangrijker

  • Opleving anatomie: dissectie van criminelen
  • Opkomst empirische traditie: proeven doen
  • Opkomst mechanisch denken: rationalisme: de rede is de voornaamste vorm van kennis.
  • Opkomst specificiteitdenken: celbiologie
  • fysiologie als discipline: dierexperimenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De verandering van medisch denken zorgde voor:

A
  • Weg van subjectieve beleving van de patiënt
  • Niet de patiënt, maar de ziekte staat centraal
  • Ziekte veroorzaakt door specifieke, vaak externe factoren
  • Steeds meer geloof in heroïsche interventies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

specificiteitsdenken

A

specifieke ziekteoorzaken staan centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mechanistisch denken

A

Achterdocht vitalisme; draait niet om de subjectieve ervaring van de patient, maar om het objectief vaststellen van ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vooruitgangsgeloof

A

Door meer te weten, kunnen we vanzelf meer genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly